tl. nigerley Sehirlzuilen, die mede in de Lava’'»
•Atost. va0 anxjere Vülkaanen , als ook by Eiben-
Hooïd- ftock in Saxen, by Sahlberg en elders in
S S M Sweeden, gevonden wovden. Zy zyn dikwils
in de langte geftreept en breed gedrukt,
in gróótte zeer verfchillende. D a v i l a be-
fchryft zulk eénen Zui l , welke byna twee
Duimen dik was en drie Duimen lang (<?),
F e r b e r zag een grooten van dien aart,
van ’ t Eilandje Monte Chriflo. Somtyds zyn-
ze zeer dun, byna als Naalden, en dan hee*
ten zy dikwils Schttifiraaien; hoedanig ik ze
groen heb , in Zitverfpaaih, uit Tirol. Zodanig
heb ik ze ook, zeer fraay, in Kwarts
van Madagaskar gezien. Van dergelyke fy-
ne Schirlnaaldjes , op een graauwachtigen
Glimmerfteen leggende, uit Spanje, geef ik
in Fig. 8, op Plaat X XXIII, de Afbeelding*
Ik bezit een Kryftaltak uit Dauphiné , in
Vrankryk , welke van binnen lïerlyk opgevuld
is met eèn menigte van zodanige fyne
Schirlftraalen, groen van Kleur,
Schifl- De twee laatften behooren tot de Schirl-
Kryftal- Kryft allen, welken men overvloedig , trops-
wyze by elkander, in de Lava’s , Puimftee*
nen, doch ook in Bafalten en ander voorgemelde
Stoffen, nu los, dan vast, enkeld o f
Droezig famengegroeid , aantreft; wordende
in
i r («) G m sw n Naiur - Sy/tem. 11. Th. 133,
ïn ’ t Iaatfle geval, voornaamelyk wanneer zy
groen zyn, Graupen -Sehorl geheten. Ik heb
zwartesSchirl-KryftalIen in Graniet uit Boh 6 " STUK.
men, en witte, wel twee Duimen lang en een
Kwartier Duims dik, in Kwarts met Glimmer,
van Altenberg in Saxen. In figuur gelyken
zy zeer dikwils naar de Berg - Kryftallen , maar
zelden zyn zy doorfchynende als Glas en ftaan
ook niet oyerend. Veeltyds hebben zy aan
geen van beide enden Spits ofPieramiede, en,
als zy die hebben , is dezelve flomp * door
twee, drie of vier, vyf- of vierhoekige vlakten,
niet door driehoeken , bepaald, ’t Getal
der Zyden is gewoonlyk zes, doch men
vindt ’er ook die agt-, negen-, tien en twaalf-
zydig zyn.
Zeer dikwils komt de Schirl in die figuur^Sdm’L
voor , dat menze S chirl- Granaaten, o f ookten_
W ild e , e n , wanneer zy wit zyn , W itïq Gra-
naaten tytelt. Sommigen noemenze , onei-
gentlyk, Markafteten. Deeze vindt men, van
alle Kleuren en trappen van doorfchynendheid,
zeer overvloedig in de uitwerpfelen , zo der
t e g e n w o o r d ig e als der uitgebrande Vuurbergen
van Italië; als ook in Bohemen by
Querbach en op den Scbneeberg in ’t Graaf-
fchap Glatz, als ook elders in Silezie , op
Kwarts, Spekfteen, Talk en veelerley Rotsle
n e n . De geftalte is volkomen als die der
Granaaten, en ’t getal der Zyden even zo
Bb 2 me-
I I I , Dkel. I I I . Sw # .