50 K a l k a a r t i g e O F
11. ( 1 ) Marmers dat onvatbaare deeltjes heeft 9
Afdeel. . ./»
lil; zwart met wit schrift.
Hoof dsxuic.
Hier door verftaat onze Ridder een zwarten
Mcirmor Kalkfteen 5 in Sweeden en Noorwegen vallen-
fumt0‘ en Vlies - Steen genaamd, om dat hy als
_ Schiefe- Leyfteen fplytbaar is in dikke Plaaten. Som-
rig* tyds is dezelve zeer hard , fomtyds ook taa-
melyk week of z a g t , en dan gemeenlyk vol
Verfteeningen. De Laag is tot vyftig Ellen
dik en bevat fomtyds Nieren of brokken van
zwarte Vuurfteenen. De Kleur zal van eene
ingemengde Bergharst ontftaan, alzo hy onder
’t wryven en branden Hinkt, wordende in
't Vuur een witte Kalk, waar toe men deezen
Steen inzonderheid gebruikt. Evenwel maakt
men ’er ook Grafzarken van en Stoep-of Vloer-
fleenen, en neemtze tot gehouwen Werk, in
plaats van Marmerfteen.
I I
Nobile,
Edel.
(2) Marmer , dat byna onvatbaare deeltjes
heeft, ondoorfchynend, digt van zelf ftan-
digheid en polystbaar.
Dit
( 1 ) Marmor particulis in p a lp abilibus , nigrum., S c r ip -
tura. a ibä . Sy fl. Nat, X I I . T om . 3. G eq . 2. S p . t . Map-
m o r nigrescens- Da Cost. Fosf ig6 . F lis te n . I l Scan.
i ä i , 1 4 3 , 148 3 156. tM a rm o r u nicolor nigrum. W a l l .
Min 41. N. 2. Ca lca reu s sequabilis n ig e t W a l l . Sy ft.
Min. I . p . 125.
' (2) Marmor particulis fuM«palpa|bilibus, opacumcom*
pac»
K A -t K S T *£ E N E N, 5*
Vit Edele Marmer, dat in *t byzonder by II.
dien naam bekend is , komt in alle deelen des Aweec,
Aardbodems, zelfs tot digt aan den Noord- H°orD-
pool, op Eilanden onder 79 Graaden breedte,
doch ten opzigt van hardheid, kleur, en glans Mcurm**
door ’t polyften , in oneindige verfcheidenhe-
den voor. Het is zo fynkorrelig, dat de deeltjes
zïg voor t bloote Oog niet laaten waar*
neemen. De polyfting onderfchejdt hetzelve
van gemeene Kalkfteen; zo wel als de fchoonheid
en verandering der Kleuren, doch in de
open Lugt is het niet beftendiger, indien men
het niet van dikke diep leggende Laagén heeft
genomen. Opgefleepen is het ruuw op ’t gevoel
en in groote ftukken geheel niet, maar in
dunne Plaaten aan de kanten eenigszins door-
fehynênde. Gemeenlyk is het zo z a g t , dat
men het met -eea Mes kan affchraapen en in
het minfte met Veerkragtig, doch een langen
tyd in de open Lugt aan fterke Zonnefchyn
b oot gefteld zynde geweest, heeft het eenige
Veerkragt bekomen.; gelyk aan de Pktra G-
lastiea , in ’t Paleis van Borghefe, te Rome,
blykbaar is ; een Blad zynde dat uit een ftuk
wit
paftum pollendum. Syft. Nat. XII. Marmorfolubilepart.
tmpalpabihbus rafilibus. Syft. Nat. VIII. I52. N . 8„
SP*? *' Calcareus Polituram admittens. Wall,
yf. Mm. I. p. I33. Cronst. Min. p. 34. \y0M. Mi».
iPl#ar«Bs fubt%. Carth. Min.
D 2