■ Hi
204 K l e i j i g e o p
11.
Afdeel, daauwt» en zig met Vogtigheid ligt laaten uit-
Höorj- veeë en- De Witte, die in lange ftukken voor
s to k . de Kleedermaakers , om daar mede hun Mo-
Sjpaanfckfei te tekenen , gefneeden wordt, is eigent»
Kryt.
lyk het Spaanfch Kryt, dat men by Reichen-
flein en op den Uilenberg in Duitfchland,op
’ tLands-end in Cornwall , en op verfcheide
plaatfen in Italie, omftreeks Florence, vindt.
Voorts valt hy ookgeel,of geelachtig,groen,
rood, zwart en graauw. De gemarmerde
wordt, eigentlyk gefproken, Zeepfieen geheten
; om dat h y , in ’t uiterlyke aanzien, veel
naar Spaanfche Zeep gelykt. Dendritifch ,
of met Tekeningen van Boompjes daar in, heb
ik zodanigen Zeepfteen uit Silezie.
Het Kryt van Briançon is de genoegzaam
bekende Vlakfleen\ dus genaamd, om dat by
dient tot het wegneemen van Smeervlakken in
de Kleederen (*»). Deeze wordt van den
Heer W a l l e r i ü s onderfcheiden, doordien
hy als geftreept is met zeer kleine glimmerige -
deeltjes. Hy is harder en beftaat als uit Plaatje
s, die men niet gemakkelyk van elkander
kan fcheiden. Doorgaans valt hy groenachtig,
(m) Talcum folidum diirius femipellucidum pittori urn,
Creta Brianfonia' W a l l . Syft. Min. J. p. 3ç0, Creta
Hisp. fubviridis Talco fimilis. Mus. Richt. p. i^2. Arg.
indurata albo - virescens lævis, quæ Morochtus antiquorum.
H i l l . Fosf. p. 22. N. 12. Argiila-indurata virescens
Morochtos dicta- Da Cost. Fosf, p. 60,
Vlakfteen.
T u l k - S t e e s o . toy
tig, en komt dus overvloedig voorby de Stad il. ^
Briançon, tot Vrankryk behoorende, in Dau- j y f '
phiné, waar van hy ook Franfch Kryt geheten ^Hoohj-
wordt. Ook wordt hetzelve wit van Kleur
gevonden.
f O Talk, die ondoorfchynend vast en groenach- V.
K i a - j 1 • Talcum tig is, wet byna Schubbige deeltjes. oiiaris,
Potfteen.
Men noemt deezen Pot- o f Ketelfteen, wegerts
’t gebruik, van Potten of Ketels daar uit
te draaijen; 't wélk te St. Come, by Chiaven-
na in Italie , gefchiedt, en daar van voert
hy ook den naam van Lapis Comenfis, in ’tlta-
liaanfch Pietre di Lavezzi, ’ t welkScHEUCH-
ZER afleidt van ’ t Latynfch woord Lebes, een
Koperen Ketel («). S c a l i g e u heeft de manier,
door hem afgebeeld, zeer omftandigbe-
fchreeven.
Deeze Steen komt niet alleen in Italie, maar
ook in Graauwbunderland en andere deelen
van de Schweits , in Thuringen niet ver van
Ilmenau, in Zandfteen - Laagen ; by Nesten in
de Serpentynfteen - Groeven ; by Aders in Gra*
niet-
Cs) Talcum opacqm folidum fubvireseens, particulis
fubfquamofis. Syft. Nat. XII. Steatites op acus particulis Mi-
çaceis mixtus, folidus &c. Wall. Syft. Min. I. p. 40a.
Saxum compofuum Steatice & Mica. Cronsi. Mm. §.
3 $3.
Çnj Iter Alpin. 11. p. 33.