11.
Avïninut.t- Hoofdstuk
»
De voornaamfte famenftellende deelea zya
Kwarts en verharde Leem, of, in plaats van
de laatfte, gelyk by voorbeeld in het Gefteen-
te van Windifchleiten, van Platte en Kathari-
neberg, Steenmerg. Somtydsis, buiten Kwarts
en Leem; nog dit laatfte daar in %y gelyk in de
Goud- en Zilver-Groeven by Kapnik in Trans-.
fylvanie; of Steenmerg en Schirl te gelyk*als:
in de Johannes Kluft te Schemnits en by Kruisberg
, niet ver van Nagybaiiya in Transfylva-
nie; of Schirl en Veldfpaath tevens, gelyk te.
Oraviza en Nagyag, in dat Land; o f enkele
Veldfpaath, als in ’t Gefteente by Pfunderberg
en Boitza» Volgetis L i k n M u s is ook Glimmer,
doch byna ongewaarwordelyk, daar in-
gefprengd. By W a l l e r i üs vind ik geen
melding van dit Gefteente, en zie ook niet*
waar hetzelve by hem te betrekken zy.
Degewoonlykfte Kleur is graauw; doch men
vindt h e t, hier en daar y ook witachtig in
Transfylvanie , wit in de Johannes-Kluft te
Schemnits , blaauwachtig in ’t overige Erts-
Gebergte aldaar ; zeer dikwils bont en als gemarmerd
by Moersfeld in de Paltz en op ver-
fcheide plaatfen in Bohemen. Gemeenlyk is
het taamelyk hard , doch ook fomtyds zeer
murw, gelyk by voorbeeld de Steen van Ma-
ïiënberg. Zeer dikwils laat het zig in Schy-
ven verdeden , gelyk de Steenen van Presburg
, Kitsbuchel * Neumarkt en Nagyag *
voorgemeld- (34)
C-H) R o t s f te e n , Jasphachtig rood , met onvatbaare.
deeltjes en pvitte Kw.artzigeVlakken. ■ HVöloiïlo. -
s ra k.
In Siberifche Mynen is deezé door den
Heer Demidof waargenomen; hoedamge o o k sax*m
by Stuttgafdt in Ü Würtembérgfe, en y Siberifche.
Brescia in *t Venedaanfche Gebied voorkomt.
Hv beftaat uit een rooden Schilferigen Jaspis,
Anger-.
tnaufe.
met witte K w a r t s -Vlakken daar doorverfpreid.
' (3 5 ) Rotsfteen, die Kwa r tzig , Spaathig is X JX V.
s n n ’it met eene zwarte Schubbige U lm - mmnicum,
e n ” 9 «ii/ a .'Uw Aneer- .
- mer gevlakt.
Door geheel Angermannland en Sweeden is
deezé gemeen; vallende ook in Dalekarlie. Hy
beftaat uit witte Kwarts en ongekleurde Spaath,
grof onder elkander gemengd, met taam^yk
grove , zwarte , Glimmerdeeteh^,^oaar dppr
verfpreid. M den' Regen venodiiÉ hy zig
zeer fraay zwart, toet groote 'jpeté Vlakken,
zegt L xnnjeüm Die Glimmerdpelen móeten
dan zeer grof zyn in dit Gefteente, en
■ ■ 3 ■ ' ■ on-
(34) Saxmn impalpabile, Jaspideum rubrum, Maculis
albis Q u a r t z o f is .Mat. X 11- Sp.
CxO Saxum Quartspfurti, Spatofum, album, macula-
tum Mica fquamofa' atra. Sijft. Aat. X 11. Sp. 31. V 111,
tu 186. N. 6. Grauita albisfima, Micis magnis nigris
Argehteisque notata. Dacost. Fosf. p. 273.- N. 2.
Q q 4
lil. III. Stok.
mm
fiU wmml