440 H ö ö G ’ GL A n z i ö ë o f
At ra,ti. CO Edele Steen, die byna otokleurig is, #ƒ-
J S L i M t -
STUK.
g * jh ^ePaa^^§> v3fl Diamant heeft de
Adamas, Deer W a l l e r iu s een groote verandering
Diamant, gemaakt. Daar hy denzelv-en bevoorens eene
"SA aterige Kleur toelchreef, eene beftendigheid
in ’t Vuur, en eene agtzydige Tolachtige figuur;
geeft hy 'er thans, behalve de overtreffende
doorfchynendheid en hardheid , al-
leenlyk die eigenfchap aan , van tot Poeijer
gemaakt zwartachtig te zyn. Dit laatfte onderscheidt
hem, zekerlyk, van deKryftaHen,
doch niet zo zeer van de andere Edele Steenen:
terwyl ook niet alle Diamanten zonder
Kleur zyn, en aan de Vuurbefiendigheidthans
zeer getwyfeld wordt.
Naam. In ’t Latyn en Griekfch werdt hy Adamas
genoemd, dat op de ongemeene hardheid van
deezen Steen zou zien. De Ouden naamelyk
dagten, dat hy door Vuur noch Staal, noch
dooreeniggeweld, bedwingelykware. Deezen
naam fpreekt men in de Europifche Taaien
een
CO Gemma fere excolor, omnium durisfima. Mild.
Gemma pellucidisfima, omnium duri.sfi.ina , pulverifata
nigrescens. Walk. Syfl. Min. I, p. 241. Gen. 18. Sp*
1. Gemma pellucidisfima ; duritie fumml, Colore Aqueo ,
in Igne perfiitens , occaëdra turbinata. Wall- Min. n
Aiumen Lapidofum pellucidisfimum , folidisfimum. Link.
SyJK Na(. XII. lom .] 11. Gen. 17; $p. 6. Adamas,
Gemma. Cronst. Min. §, 42.
een weinig verfchillende uit. In Vrankryk
noemt men hem, gelyk by ons Diamant, in v f? '
Engeland Diamond, in Italië Diamante. Pl i -s^ ,d'
nius heeft ’er zes Soorten van opgeteld, waar Diamant.
onder de Indifche fomtyds van grootte als een
Hazelnoot waren. Verfcheide uitmuntende
kragten, gelyk , dat hy den Magneet zyne
werking op het Yzer beneemen zou; als ook
de Tegengiftigheid, inwendig,en de wegnee-
ming der Melancholie o f Zwaarmoedigheid,
weshalve hy Amchites geheten werdt, gaan
w y , als inbeeldig en ongerymd, voorby (e).
De voornaamfte Plaats, daar men van oudspiaat»;
her Diamanten gegraven heeft, is aan de
Vaste Kust van Indie, in ’t Mogols Land. Men
vindt hem daar allermeest in de Ryken van
Vifapour, Golkonda en Pengale , aan de Oevers
der Ganges. Hier zyn verfcheide Groeven
en van verfchillende hoedanigheid. Men
heeft ’e r , omftreeks Golkonda, in de Provincie
van Carnatica , daar Aders van roodachtige
Aarde door de Rotfen loopen , die
naauwlyks een Duim breed zyn: men heeft ’er
van gedachtige Aarde, welke diep moet uit
gegraven worden: fommigen zyn wel vyftig
Va-
(e) Adamas Vitreum et fplendidum liabet Colorem,
fqlidusque et frttftu difficilis. Febres femitertianas fu$-
penfus aut alligatus reftinguit. Psellus de Lap, virtuti-
bus, per B ernard. p. 7.
E e 5