ïï.
Ay&EELt
VII.
H oofd*
SÏUKi
cene Kalk $ terwyl de Europifche beftendi»
ger zouden z y n , en eer in Glas verwandelen
(*)• De Heer Dumelle , zyne Waarnee-
mingen ,dien aangaande, den Heer Guettar»
mededeelende , beweert, dat de Oriëntaal-
fchen een zeer grooten trap van Hitte, zonder
Kleurverandering, kunnen uitfhan: terwyl
de Occidentaalfchen , door een hevig
Vuur, de Kryftallen gelyk * o f, ondoorfchy-
nend zynde, geheel wit worden. DeBoheem*
fche Granaat, nogthans , behoudt in ft Vuur
langer zyne Kleur, dan de Oostindifche. Wy
zullen in 't vervolg zien, hoe ieder Steenfoort
daar omtrent beftaa. Door den SweedfcheQ
Heer Q o i s t is de houding der Edele Steenen
in ’t Vuur , benevens derzelver hardheid
en zwaarte, naauwkeurig onderzogt (7). Zyn
Ed. heeft ook Werktuigjes aan de hand gegeven
, om den eenen Steen met den anderen
te kratfen, ten einde derzelver betrekke-
lyke hardheid te toetzen: ’t welk door middel
van Splinters gefchieden kan, die gefiee-
pen en in een Handvatzeltje gezet worden ,
even als een Graveer-Naald; maar de onge-
fleepene, fcherp genoeg zynde, doen zulks best.
Het eenigfte i s , dat men al rykelyk voorzien
moet
(.r) Avfangsgt iwde der PnbierkmsU 174&. p, 44, Art*
‘piooiniaJtKce. Part. i i p. 46.
(t) Stockhohfis. Abhcmdl,. XXX Band. 1768. p«5^, en*
moet zvn van Steenea, om die dus door krat- n.
, 1 A fdeel.
zen te bederven. vu .
Dat P l in i b s aanmerkt, hoe alle Edele Hoot0*
Steenen door het kooken in Honig glanziger Zuiyet.ing,
worden (#)* heeft geen de minfte onwaar-
fchynlykheid; alzo hy ’er byvoegt, dat men
geen fcherper Vogten daar toe gebruiken
moet. Ik vind geen feden om te denken, dat
hy het Oog gehad hebbe op de verbetering
der inwendige gebreken van deeze Steenen ,
door het gedagte opkooken. ,’t Is wel waar,
dat hy vooraf gezegd hadt, hoe groote Aard-
ichollen uit Arabie zeven Etmaalen in Honig
gekookt werden ; doch daar voegt hy by ,
dat hier door al liet Aardige en gebrekkelyke
weggenomen werdt, zo dat zig de Aders en
Kleuren daar in zeer fraay vertoonden: waar
mede hy een Soort van Achaaten, o f moog*
lyk Onyx Sardonyx, fchynt te bedoelen. Ik
geloof n iet, dat hy iets anders op ’t Oog
gehad hebbe, gelyk de Heer Bruckmann zig
verbeeldt (y).
Die zelfde Natuurbefchryver fpreekt om- Manier
Handig van de manieren , welken de Ouden
gebruikten tot vervaJfching o f mmaaking der
Ede-
C») Ofones Gemmoe Meliis decoftu nitescunt, praald
e Corfici, in omni alio ufu acriora abhorrentes. Hifi,
Mat. Libr. XXXV11. Cap. 12,
fv') Abhcmdl. van Edelfieinen. p. 29.