l). gelegde Krammen, Ankers of ander Yzerwerk,
^Sfp-weUa Roest tevens den Steen verteert , als
Hoofd- bekend is.
*Gébr k ^aD^ een k°mt meest Laagswyzc in de
m Gebergten , fomtyds by Schyven , voor, o£
hy maakt ook, gelyk in Brabant en Vlaanderen,
op zig zelf Heuvels uit. Behalve deQost-
enrykfe Nederlanden is hy door geheel Vrank-
ryk, in Hongarie, Scvenbergen enSweeden,
doch voornaamelyk in ’t Wurtembergfe, zeer
gemeen. Hy breekt in Bukken van onbepaalde
geflalte , die gemeenlyk gantfeh ondoor*
fchynende zyn. Overvloedig vindt men Ert-
fen en niet zelden VerBeende Zaaken daarin.
Men gebruikt hem meest, onder den naam
van Hardfteen, tot Gebouwen, doch daar toe
is een goede uitkiezing noodig. Een gedeelte
is ook tot Slypfteenen , MolenBeenen, Fon-
teinbakken , Straatfieenen , enz. in gebruik.
Die in ’t breeken week zyn, en hard worden
in de Legt, zyn gemeenlyk de beftendigften:
want, die in ’t eerst hard en vast zyn , laaten
zig niet zo wel bearbeiden en barflen ligt in ’t
Vuur. Men vindt onder deeze, die zelfs zig
polyflen laaten.
De ZandBeen is ruim driemaal zo zwaar als
?bewèr-nWater. Niettemin geeft hy , door het houten.
wen, zulk een vlug fyn Stof uit, dat. de Steenhouwers,
zig niet zorgvuldig daar voor wag-
tende, door boven Wind te Baan , of anders Mond
Mond en Neusgaten , onder ’t Werk, met II^
fyn Lywaat of Doek te bezorgen, in eene vm . *
Borstkwaal vervallen, in Vrankryk Mal deSt.
Rock genaamd , welke hun tot de Teering
brengt, en veelal vroegtydig doet Berven.
Deeze Kwaal, tot zekeren trap gevorderd zyn*
de, i s , wegens de Verflopping der Longe*
pvpjes, ongeneeslyk.
Eenige Soorten, gelyk de zes eerBen , be- Soorten.
Baan uit Zand ; anderen , gelyk de agt volgende,
uit fyne Kwartskorreltjes, en de overigen
uit hoekige deeltjes : in welk op z ig t,
onze Ridder dezelven in drie Rangen onder-
fcheiden heeft, als volgt.
I. Fyn-Zandige.
( l ) Zandfleen met louter Meel-Zandige otu Cos^,ota_
vatbaare Deeltjes, wryfbaar zynde. ria.
Slypfteen.
Deeze wordt Slypfteen, Molenfteen, of ook
grofkorreligeZandBeen genoemd. D a c c s t a
«eeft ’er den naam aan , van Witte Sweedfche
ë Zand.
( i j Cos particulis mere Glareofis impalpabilibus fria-
lilibus. Syst. Nat. X ll. Tom. Ï 1W Gen. 9. Sp. u Cos
Arenacea , Particulis fubtilisfimis ,, dura , Coticularis. Lapis
Cotarius. W all. Sijft. Min. I. p. 198. Min 73-
Arenarius ex Arena compaftus- W olt. Mm 14. Lapis
Arenarius glutine incognito, fortan Argillaceo- C ronst.
juin, §■ 276. Saxum Arenarium album Suecicum. Da