ÏIÖ K a i . k a a r . t i g e o f
ifm '
UKMi
iSlil
II.
A fdeel.
III.
H oofdstuk.
t e
|te; •:
b i l lip!
pS^
|i»ï. •
| |
i||'
« 1 1
Ik zal hier , ten befluite van dit Geflagt,
dien zonderlingen Steen uit de Paltz byvoe-
gen, welken L e d e r m u l l e r zo omftandig
befchreeven èn afgebeeld heeft. Hy acht
denzelvcti een Lichtende 'Vederkalkfpaath te
z y n , beftaande uit zeer fyne groene Kryftal-
lyne Vezelen en zeer naby komende aan den
Bononifchen Steen. Ook dagt h y , dat dezelve
Koper- en Vkrioolhoudende z y , bevattende
, vermoedelyk , ook eenige Yzer- en
Zwaveldeeltjes. Dat hy rykelyk met Zwavel
bezwangerd i s , blykt my uit zodanig een
Steen , in myne Verzameling , die, op het
fchraapen met een Houtje, in ’ t donker fterkr
vonkt, doch tevens een Herken Zwavelreuk'
geeft, nog een wyle tyds daar aan beklyven-
de. De glinfterende Stippen, zelfs by ’t Daglicht
overal aan zyne Vezelen blykbaar,duiden
waarfchynlyk iets Zoutigs of Vitrioolifchsaan.
Ik bevindt ’er geen ’t minfte blykvan Kalk-
aartigheidin, en zou'hem dus veeleer tot de
Gipsachdge Steenen , gelyk den Phósphorus
van Bononie, voorgemeld, t’huis brengen.
S r a t h u M. Spaath.
De Hoogduitfche naam Spat of Spath,xvzzt
van deLatynfche Spathum of Spatum gefmeed
is, in ’t Hollandfch Spaath, fchynt van die
eigenfchap eeniger Steenftoffen, dat zy Schop-
Ui
K A L K S T E E N E N. II?
pig of Spatelig zig vertoonen, afgeleid temoe- n.
ten worden. Men verftaat ’er zodanigen door, Ar“ *L*
die eenigermaate Ruitachtig, plat en ghnzig s Hoofd-
breeken. Sommigen breiden die benaaming
verder uit. „ Spath {Spatum), zegt de Hoog-
„ leeraar V o g e l , is een Bladerig, brokke-
„ lig , Schieferig, fomwylen hoekig en droe-
,, z ig , fomwylen ook Korrelig en Vezelig ,
„ dikwils geheel w it , menigmaal anders ge-
„ kleurd, nu ondoorfchynend dan doorfchy-
„ nend Gefteente , ,’t welk, wat de menging
„ aangaat, of Kalkachtig of Selenitifch bevon-
„ den wordt en bovendien dikwils met Men
ta a l bezwangerd is , fpringende , in een
„ maatig open Vuur, al knappende hy kleine
brokjes weg.”
Volgens die bepaaling zouden daarzonder, ^Verfcheï-
behalve de Dobbelfteenige of Wurfel■ Spat;,
ook dé Bladerige en Schiefer - Spath, de Korrelige
, Schubbige, Vezelige of Feder-Spaath,
zynde de Draadfteen , reeds befchreeven en
allerley andere Gips - Spaathen; als ook de Me-
tallifche , Tin- Lood- en Yzer - Spaath , de
Schirl - Spaath , Glasfpaath, Spiegel - Spaath ,
en veele anderen , begreepen zyn. Hier van
komen eenigen in dit Gefiagt by den Heer
L i nn je u s , anderen niet.
In ’t algemeen toont het maakzel deezer Oirfprong»
Steenen duidelyk , dèt zy uit een vloeibaare
Stoffe, op de manier der Krylbllen , ontftaan
tl 3 zyn