Ij. In Vlaanderen wordt hy gebruikt om de We«f
AFI®jeL* gen te beftraaten , in Engeland om Kalk te?
H o o fd - branden. Waarfchynlyk behoort hier die wit-
S™Mer eU achti§e Kalkfteen , in Switzerland gevonden,
fteen.rS welken men aldaar * op fommige plaatfen, als
Piltreer-
Marfner.
Bouwfteen gebruikt: als ook het wilde Marmer
, aldaar vallende , ’ t welk op een zwart-
aclitigen Grond witte Spaath - Aderen heeft,
en , niettegenftaande zyne ongemeene hardheid,
als Leyfteen affchilfert.
De fehrandere HoogïeeraarGMELi n voegt
hier b y , als eene Zestiende Soort, het Filtr
e e r -Marmer , dat men, zegt zyn Ed., hoepel
zeldzaam, by Nesten aantreft in de Kalk-
breuken te Rudersdorf in het Brandenburgfe.
Het is vol kleine Gaatjes en kan, volgens hem,
als de beste Filtreerfteen gebruikt worden. Zo
echter die Gaatjes zigtbaar zyn , dan zal het
myns oordeels tot zuivering van Water niet
dienen kunnen. Aangezien in dergelyke Groeven
de Kalkfoorten dikwils mét Kiesbrokjes
doortoogen, en de kleine Gaatjes van den Steen
•een Okerachtig overtrekzel hebben, ftelt zyn
Ed. het zeer waarfchynlyk, dat gedagte Ope-
ningen door verweering van de Kies ontftaan
zyn.
Voorts betrekt die Heer alhier de Pïetra
forte der Italiaanen ; een Gefteente met Kiey
gemengd, ’t welk Laagswyze breekt in Florence
en Toskanen. Men noemt het Pietra
Tur-
Pietra
forte.—
Tmchina, wanneer het blaauwachtig en
tra Hgia, als het uit den geelen ziet. Te Flo- Til.
rence plaveit men ’er de Straaten mede. STUK,F
Het tweede Geflagt, vandeezenRang, voert
den naatn van
G y p s ü M, Gips.
Hier toe behooreneenige Soorten van Gips ,
by W a l l e r i c s en C r o n s t e d t ; de Se-
lenitifche Steenen van V o g e l ; de Gips en
Alabaster van W o l t e r s d o u f en de Ala-
bafter van G e r h a r d .
De Gipsfteenen zyn ligt en nog weeker dan Eigen*
, . _ , , 3 i j ^ j. fchappen,« de gemeene Kalkfteenen, zagt en koud op t
gevoel, hebbende maar een doffen Glans. Z y
breeken in veeierley hoekige Stukken , die
Fomtyds eene Wigachtige figuur hebben. Mep
vindtze overvloedigst in Kalkbergen,gemeen-
lyk by enkelde Laagen tusfchen die van Kalk-
■ fteen,. of zy maaken ook geheele Bergen uit,
die met Zand en Leem bedekt zyn en in welken
zy fomtyds veele Vademen dikte bereiken.
Zelden maaken zy Ertsgangen, en men heeft
’er tot heden nog zeldzaam echte Verfteenin-
gen, -ja ook maar weinige Spoorjieenen (c) in
gevonden. Peezp
F?) Dus noemt men de enkele in- ofafdrukzels y an Dienen
en Planten, die men, zonder eenig blyk „des Lig-
haams , zo dikwils op Ley en Kalkfteenen aantreft. Zie
’t I- Èxuk , bladz. 192 , en het 11. Stuk » bladz. 35 > 47'
F 2
III. Deel. III. SïVK«