kelyk opheldert: ten minfte aanwyst, dat de
• Spinell niet witachtig rood zy,- g e lykW A L -
l e r iu s zegt (/>)» als wanneer hy van de
Rubin balais niet zou zyn te onderfcheiden.
’t Is waar , zyn Ed. mengt daar eenig blaauw
onder ; doch verwart den zei ven dus met den
Robyn Violet, hier voor befchr^even, die ’er
’t meefte van verfchilt.
II.
A f d e e l .
VIL
Hoofdstuk.
Robijn.
Rubicell.-
Onder den naam v a n R u b ic e ll of R u la c e ll,
die met Rubasfe veel overeenkomst fchynt
te hebben , begrypt men Robynen van eene
Ilegte Kleur, die naar t geele trekt, des de-
zelven weinig geacht worden. Veelen ver-
warrenze ook met de Spinellen, en de onder«
fcheiding van laatstgemelden Autheur is hier
ook mis ; wanneer hy z e g t , dat de Rubicell
een middelkleur heeft tusfchen de Spinell en
Hyacinth, naamelyk geelachtig rood (2). Veel
eigener zou men onder deezen naam die
Ilegte donker-roode Robynen begrypen kunnen,
waar van ik voorheen fprak, daar men
een geheel Vat vol van gevonden heeft, in ’t
gedagte Schip. Of mooglyk behooren die tot
de Almandinen of Alabandinen , wier benaa-
ming van P l i n i u s afkomftig is, daar fom*
migen een donkerroode Robyn door verftaan,
die den Granaat naby komt, in ’t Franfch R u -
bis fourd genaamd (r). Sora‘
( f ) Rubinus Colore rubeo - fubalbo. Spinetlus, Wall,
S jfi. Min. I. p. 247.
(q j Wall. Sijfl. Min. uts. p. 24S.
(?) ld. ibid. p. 247.
Sommigen betrekken hier ook de Robyn* Afdeel.
Moe r, een Kryftal uit Oostindie, dat donker-
bruin i s , in gelykzydige Schyfjes fplytbaar , « pk.
en zo week , dat men het met Stafal kan krat- M^ y a
zen. Het aardgfte is, dat zy in ’ t Vuur zig
zo befteridig houdt en zelfs hooger wordt van
Kleur. Deszelfs Poeijer bevat veele deeltjes,
die door den Zeillteen aangetrokken worden,
en dus buiten twyfel Yzerachtig zyn. Men
wil, dat zy van deeze haare Kleur zou
hebben ; gelyk de natuurlyke der Robynen
daar van afgeleid wordt; doch men bereidt het
fchoonfte Robynglas door middel van Goud.
Ook maakt de beftendigheid van derzelvei
Kleur, in ’t Vuur, de afkomst van dat Metaal
waarfchynlyker , dan van Yzerdeelen.
(3) Edele Steen in hardheid de derde, met een Mi,
blaauwe Kleur , I die in fierk Fm r geen
ftand houdt. ‘ ; Saffer*
De oirfprongdes naatns Saphirus.^ van deezen
Steen , die Kuanos by de Grieken genoemd
wordt,
~ (V) Gemma duritie tertia. Colore coeruleo, in Igne
forti non perfiftente. Mihi. Gemma pellucidisfima &c.
Wall. Sijfl. Mïb. I. Sp. to6. p.’ 248. Alumen Lapid.
peil. folidisfim. coeruleum. L inn. Syfl., Nat. XII. Tom.
lil. Gen. 17. Sp. 6. y . Sapbyms Gemma. Cronsiv
Min. §. 44. JusT, Min. 378. V og. Min. 14«.