II. Deeze, die gemeen’yk Seleniet o f ook Gips-
Aidjsl. spaath genoemd wordr j in Vrankryk Tak de
Hooïd- Pasjy, t'erwyl de voorgaande aldaar Tak de'
~ Seleniet. Montmartre o f Tak de Platre heet, wordt voor-
riaamelyk tüsfchen de Laagen van Aluin, inzonderheid
waar Aard-Harst by voorkomt,
gevonden. Dus valt hy op verfcheide plaat-
fen in Europa, en men vindt ’er> inSiberie,
fchoone groote Kryftallen van. By Schnee-
berg in Saxen breekt Bismuth, by Thïerberg
in Tirol,^by Oraviza in Temeswar-Bannaat,
by Neufol in Hongarie Koperkies, elders Wit-
en Rood Gulden, ook gedeegen Zilver, daar
in. : In Himmelsfurften , by Freiberg , is een
Vleefchkieurige Gips - Spaath met Zwart Gulden
doortoogen. Ik bezit fchoóne groote
Stukken van helder doorfbhynende Seleniet-
Kryftallen , famengegroeid , van Schneeberg
in Saxen en van Clausthall aan den Haarts, wier
famengroeijing en figuur men ^enigszins afleiden
kan uit dat kleine fraaijc Groepje in Fig.
<5, afgebeeld.
Deeze Kryftallen hebben meestal de gedaante
van een plat gedrukten fcheeven D 6b.be 1-
fteen: want de twee breede Ruitachtige zyd-
vlakten zyn aan de vier zyden met dubbelde
fmalle Ruitjes omringd, ’t welk dezelven tien1*
'zydig.rnaakt. Somtyds zyn de hoeken geknot,
en dit geeft ’er veertien zyden aan. De Blaadjes
ook, in welke zy by ’t in Rukken flaan en
door
door ’t Vuur fplyten, zyn gemeenlyk R u i t a c h ^ ^
tig. Dit onderfcheidt.de Selenieten genoeg- m .
zaam van ’t Vrouwen-Vs of Moskovifch Glas.
Zy zyn zwaarwigtiger dan de andere Soorten, Stienieti
twee en een half maal zo zwaar als Water.
Men kanze ook door kooken daar in fmelten,
en in ’t Vuur tot Pleifter branden, gelyk de
Gipfen in ’t algemeen. Niet zelden zyn zy
doorzigtig en dof; doch ook fomtyds ondoor*
fchynend , Melkwit of geelachtig, of rood,
o f geelachtig met roode Vlakken , o f groenachtig
en zwart aangevlogen, o f graauw o f
zwart; hebbende ook fomtyds de Oppervlakte
als gefleepen of gepolyst, en dan noemt
tnenze Glas-Spaath of Spiegel-Spaath. Van
de Goudfmeden gecalcineerd wordt de Seleniet
Spaath genoemd, zegt W a l l e r i u s .
Hier behoort, buiten twyfel ook die zeer
aartige, Bladerige Gips - Spaath Droes, met
Kobalt, van Annaberg in Saxen, insgelyksuit
myne Verzameling , hier in Fig. 7 voorgefteld.
De Plaatjes , uit welken dit raare Stukje be-
ftaat; zyn Loodregt gegroeid op de vlakte
van een voozen Steen. Zy hebben eene Schubbige
figuur j en zyn van boven met Tandjes
ingefneeden , zeer dun en zien eenigermaate
Loodkleurig blaauw. Misfchien zouden hier
wel eenigen van die Hanekamswys of Roosachtig
gekryfcallizeerde Gipfen > welken de
Deer