206 K l e i j i g ë of
1^1
I lijp
A fdeel. n i e t ‘ R o t f e n in Tirol j te Dorsbach op het
iv . Uilen-Gebergte in Silezie, en by Ronits in
Hoofdstuk.
Potfleen.
Neder-Hongarie; als ook in de Noordelyke
Landen, voor* De Heer K a lm heeft agt
Soorten van dergelyke Steenfoort, in Finn-
land vallende, voorgefteld (0).
Hy is in hardheid verfchillende, doch altoos
taamelyk za g t: en geheel ondoorfchynende ,
glinfterend op de breuk. Wanneer dit van
groote Glimmerdeeltjes ontftaat , zou men
hem tot de famengefcelde Steenen moeten
betrekken. Men acht hem uit Spekfteen en
Glimmer famengefteld te zyn.; Vogtig is hy
groenachtig,doch laat zig niet polyften. Eeni-
ge Soorten branden in ’tVuurwit, en glanzen
dan als Zilver; anderen worden roodachtig •
de Lugt doet de meeften , van groen, wit
blaauwachtig, graauw o f ook zwartachtig worden.
Behalve Ketels en Potten, draait men
’ er ook Kannen, Schottels en ander Vaatwerk
van, tot allerley gebruiken dienftig ; dat niet
alleen binnenflands gebezigd , maar ook in
groote veelheid verzonden wordt. De Ingezetenen
van Fleurs zouden ’er Jaarlyks wel zes-
tigduizend Gouden Kroonen mede gewonnen
hebben (p ). In Switzerland worden die Vaten
byna zo dun uitgewerkt als van Koper.
Niet*
00 Disf, Qllarès in Finnia repèrtos delinecms, Abo,
*756-
O J ScHEUCHZ. Uts. e x SCALIGBKO»
T a l k - S t e e n e f. 207
Niettemin aynze fterk en tegen ’t Vuur be* IL
(land. Die Steen is ook zeer goed tot Fonda- F^ £*‘
menten, Muuren, Schoorfteenen en Ovens, H o o fd »
kunnende, volgens C r o n s t e d t , met voor- petamx
deel in de Smelthutten gebruikt worden. De
Gildjleiu, die op den Gothards • Berg, een half
Uur van Hospital, in Switzerland breekt, en
tot het maaken van duurzaame Ovens dient,
fchynt hier te behooren (q).
(6) Talk die polystbaar is , groenvlakkig, on- j TJ"m
doorjehynende , met Korrelige deeltjes. Serpentinus.
Onder den naam van Serpentyn - Steen, we* tynfteeru
gens de Vlakkige gedaante als een Slangen-
Huid, is deeze bekend, daar men gemeenlyk
Mortiertjes , Kransjes , Kommetjes en ander
Vaatwerk van maakt. Men vindt hem Laags-
w y z e in Schotland, in Dalekarlie, inSiberie,
in Silezie, in ’ t Wurtembergfe , in Saxen op
verfcheide plaatfen, maar voornaamelyk by
Zö-
(q ) Vid. Gmel. Natmr - Syftem. I. 448.
(6} Talcum praepoiiendum , viridi-maculatum, opa-
cum, particulis granulatis. Syft. Nat. Ollaris folidus virescens
maculofus , polituram admittsns. W a l l . Min. 131.
Steatites opacus , particulis diftmguendis, folidus; colo-
rebus eminentioribus maculofus , durus, polituram ad-
mittens. W a l l . Syft. Min. 1. p. 400. Marmaroproferon
obfcure vinde. Da Cost. Fosf. 266. Marmor Serpenti-
MUm Zeblitfenfe. W orm. Mus. 43. Mvt. Sax. I. p. 31.
Lapis Serpentinus. Voo. Mm. 103. Marmor virescens
mollius &c. H i l l . Fosf. p. 485. N. 3.
IIT. Deel. III. Stok,