II.
A t d e b l .
V
H o o f d s
t u k .
Kwarts
Keizel.
gelyke doorfchynende Keizels heb ik van Oos*
terhout by Breda. Of die Engelfche, welken
L i s t e r in Afbeelding heeft gehragt, hief
-toe behooren, is twyfelachtig Q>)». Ik bezit
’er uit Schotland , van grootte als ;een Hazelnoot,
Ceylonfche.
die ten deelefraay gemarmerd zyn. Hier
toe behooren de zogenaamde Zwalmvenfieenen,
welken men fomtyds in de Neften van dat Gevogelte
aantreft, dikwils niet grooter danLyn-
zaad zynde Cq) wanneerze, naamêlyk Kwarts-
achtig en doorfchynende voorkomen. Ook
kan men die Keizeltjes, by Vicenza in de Heuvels
van Vulkanifche Asfcbe , federt eenige
Jaaren , gevonden, hier t’huis brengen. De
Rivier Naxera, in Spanje, die in de Ebro valt,
is vol van kleine Zandfteentjes en witte Kwarts
als Amandelen,- waar onder gemengd zyn van
roode Kleur (r).
Sommigen van deeze Steenen zyn zo helder
doorfchynende, dat zy te Napels geOeëpen ,
SP I Het
Çp) Cryflattt quoedam, five Echinitce pellucidi Anglica-
ni ex Silicum genere, vel Sphærici, vel ad dimidiatam
Sphæram, quodammodo accedentes. Synops. Conclujlw-
rnm 1685. Tab. N. 106.
(q ) Het zelfde , bladz. 179. Chetidonii Minérales. W a l l ,
Sijft. Min. I. p. 301- Sommigen bouten die ook VQor
Verfteende Vifchtandjes : zie ’t J. Stuk , bladz. 261,
Het eene kan zo wel als ’t andere plaats hebben. Eri
dan zouden deeze laatften Chelidonii Animales zyn; zié
Wall. Syft. Min. II. p^ 518. •
Travels throwgh Spain,. J.ond. 1780. p. 397*
en voor Édele Steenen gedragen worden (s). n
Het zelfde beeft omtrent de gedagte Engel- AFyEEI"
fche en Schotfche plaats. Ik heb valfche Dia- Hoofd-
manteri üit Oostindie gekreegen , waar van
eenigen ook daar toe behooren. Doch inzon- Keizet,
derheid munten daar omtrent de Ceylonfche
uit. Van dat Eiland heb ik niet alleen een
menigte zeer kleine Keytjes, waar onder, behalve
de onkleurige', van Robyn-, Smaragd,
Saphier, Topaas en Chryfolieth-kleur z yn ,
en fommigen van eene hoekige o f Kryftalach-
fige figuur: maar ook groötere, inzonderheid
die men Rook-Topaazen noemt. Ik heb een
doorgezaagde Kwarts-Rey van dien aart, met
een weerfchyn van de héëflykfte Paauwen-
flaart - Kleuren inwendig. Ik heb de Stukken
van een andere , diezig heeft laaten klooven,
met evenwydige gladde Vlakten, zeer effen
en glanzig : terwyl de aan ’t end afgefprongen
brokjes Glas fnyden als een Diamant. Hier
uit blykt, waaróm de zodanigen onechte Edele
Steenen genoemd worden.
(4) Keyfteen, die vsrfpreid is , met een har- jy.
de Silex Mar -
moreus»
Marmer-
( f ) FcrbEr Briefe aus Walfchlmd. p. 173. Keizal.
(4) Silex vagus, Cortice Marmoreo duro, Fragmen-
tis fubdiaphanis canescentibus. Sy/t. Nat. XII- Sp. 3.
Silex cinereus. It. IVestgotk. p. 73. Silex femipellucidus
cinereus. W all. Syft. Min. 1. p. 27J.
Q >