o F
II. gedeelte . van Sweeden komt hy met beurt*
^VlTi!“ ^nSs w^te en roode Laagen voor. Men vindt
5tük0I1> ^lem °°^ wee^er en geelachtig in Engeland.
Aandiey. Te jernftad , in Westgothland, is hy zoda*
nig met Yzerdeelen vervuld, dat hy zig fmel-
ten laat tot eene zwarte Slakke, zynde van
bruin o f graauw door ’t Vuur eerst rood geworden.
By Nagyai, in Tranfylvauie, valt
hy bruinrood. Door zyne fplytbaarheid kan
h y , niet te voos zynde, als Ley gebruikt worden
om Huizen te Mekken.
III. (8) Zandfteen met Zandige, deeltjes > tusfchen
bml.rm de Zingeren wryfbaar.
Broolche.
Ëy HelfingbUrg in Schónen valt deeze, die
naar de ‘Pietra morta der Italiaanen fchynt te
gelyken. In ’t Engelfch Graaffchap Surrey
komt een Laag van dergelyken geelbruinen
Zandfteen, 'vier Voeten of daar omtrent dik,
tonder de boven-Korst van Aarde o f Veen
voor,bedekkende de Laag van Vollers-Aarde*
VVaarfchynlyk zal die geelachtige Zandfteen ,
met verkalkte Zee - Schepzelen , waar uit de
St. Pietersberg, by Maaftrieht , grootendeels
beftaat, hier tóe behoor en.
( 9)
(S_) Cos particulis Arenaceis, Digito friabilibus. Syft.
Zat. XII. Tom. 111. Gen. 9. Sp.,8. Saxam Arenarmm
flavo - fuscum friabile. Dacost, Fosf, p, 138. FJ, 31, '
m mi l ö l i i S I ^
545
%§) Zandfteen, uit Zandige Glasachtige afgezonderde
deeltjes famengehoopt. VIII.
-r HOOFJJDeeze,
in de Zuidelyke deelen van Europa j«.
Me Kloven der Rotfen opvullende, is geheel Cos coag-
voos en Spongieus, byna als larwe-Brood; Vooze.
maar de deeltjes zyn hier en daar onder el*
kander verbonden ; zo dat hy geen Water
doorlaat. Niettemin zyn de deeltjes hard j
fx y f, doorfchynend en helder, gelyk Water
o f Berg-Kryfcal. Niet veel fchynt hier van
de Gatige Zandfteen van W a l l e r i u s , die
naar Puimfteen gelykt, te verfchillen ; doch
dezelve laat, zo zyh Ed* aanmerkt, het Wa*
ter door. Niettemin zyn ’er de Paleizen,
zegt zyn E d ., ia Peterhof van opgehouwd.
(10) Zandfteen met egaale Zandige deeltjes, X.
het Water doorzogen laaiende. FUtree™'
fteen.
Men vindt deezen op de Kanarifche Eilan*
den,
(9) Cos particulis Arenaceis Hyalinis disjun&is coag-
mentatus. Syft. Nat. XII. Tom, l i l . Gen. 9. Sp. 9. An
Cos foraminata? Wa l l . p. 207.
( 10 ) Cos particulis Arenaceis sequalibus, Aquam
tr,ansmittendo ftillans. Syft. Nat. XII. Tom. I I I. Gen.
9. Sp. xo. Cos partic. Aren. purus, Aquam transmit-
tens. Filtrum, Wall. Syft. Mm. I. p. 206. Saxnm Are-
narium cinereum Filtrum diftum. Da Cost. Fosf. p. 13^.
Filtrum Lap. Mexicanus. V a l e n t . Aurifod, Mtd. p.
# &C' Mm
III. JMwu UI. Stok.
I
l l r lP