ii. „ waar de Kryftallen boven , onder en ain de
AïMf-t. ^ Zy^en - met haare Voetftukken aangegroeid
Jü&oïö* a voorkomen. Wanneer de Kryftalgfaavers
Kryftai.,1 zulk eene Holligheid openen, dan vloeit
, ’er byna altoos Water uit. Derzelver bo-
dem is bedekt met een fyne witachtige Klei-
„ jige Aarde, welke Fluweel - Aarde genoemd
„ wordt; zynde, naar alle waarfchynlykheid,
„ een zetzel öf bezinkzel van ’c gedagte Wa-
ter» Hierom zyn ook de Kryfcallen op den
„ bodem onzuiver. Die aan de zyden en om
j, hoog zitten , hebben wel een genoegzaame
„ doorfchynendheid, maar niet zelden een
„ groecachtige StofFe , naar Gras of Mos ge-
' lykende , ingeflobten en uitwendig zyn zy
,, dikwils daar mede bekleed. De Graavers
„ noemenze Kryfiallherd, en houdenze voor
„ Zwavelachtig; doch,dezelven naauwkeurig
,, befchouwende, zal men ze Glimmerachtig
, bevinden. Deeze Stoffe bedekt dikwrls ,
„ in de Holligheden, de witte Kleijige Aarde,
„ en bevat niet alleen losfe doorfchynende
„ aan beide enden fpitfe Kryftallen, maar ook
,, Stukken van ’t zogenaamde Yslandfche Kry-
„ ftal of verdubbelende Spaath.”
Vorming Aangaande de Voortteeling der KryftaÜeii
tittVogt,“is die Schryver van oordeel (D* dat het Wa-
ter der Ysbergen, wanneer het deor derzelver
Kwarts
BkücKm. von Edelfteinsn, p. 151.
Kwarts en Glimmer heen- dringt, veele deel-
tjes daar van oplosfe, en , wanneer het in de vi.
Holligheden der Kwarts - Aderen gedrongen l«,s^ rn'
aldaar eerst de Kleijige Aarde en vervolgens Kryftal.
die Groenachtige Stoffe vallen laate. Uit de
Kalkige Aarde zoude de gedagte Dubbel-
Spaath, en uit de fynfte Kwartsachtige of Kei.
zei-Aarde het Kryftal geboren worden. En,
dat deszelfs voortteeling langzaam gefcbiedt,
bewyzen de Kwarts - droezen, by de Switzers
Kammen genaamd.
Dat de Kryftallen uit een Vogt voortkomen, d°°ri(Td®
is door het gemelde niet alleen blykbaar y” ur.
maar ook door onlangfe Waarneemingen, dat
menze door uitdamping van een Waterige
Stoffe, die in Chalcedoon of ander Gefteente
vervat w3s, bekomen heeft, volftrekt bevestigd.
Hier uit blykt tevens, dat het Vuur tot
derzelver Groeijing behulpzaam kan zyn; ja
waarfchynlyk dienftiger is dan de Yskoude.
De Kryftallen, niet alleen, onder de uitwerp-
zels der Vulkaanen gevonden , ftellen zulks
buiten twyfeling; maar ook die voorkomen in
de Ovenbreuk, zogenaamd, een Stoffe aan ’ t
gewelf der Smeltovens groeijende op dé Opper
Haarts. Aan den Neder-Haarts geeven
eenige Koper- Ertfen van den Rammelsberg,
geroost wordende , een gekryftallizeerd Rot-
tekruid, in de figuur van Diamant-Kryftallen.
Insgelyks ontftaan aldaar , by het Rooften ,
Y 4 ze