i l 8 K i l K A A R T l G l
m
!«P
acV'
R&i
■ I
Px%
mgroiïg,
§!$£?
■ it, zyn. Die Vloeiftof, nu , moet met Kalkaar0-
" in * 1”* tige deelen bezwangerd zyn geweest; aange-
stuk°FD' z 'en de Grondftof der Spaar hen eene Kalk-
Spaart. Aarde is. Door branden in een. fterk Vuur,
immers » veranderen zy in Kalk. Men heeft
ook uit ongeblufchte Kalk , met Zwavel wel
gekookt en doorgeroerd in Water, Kryftalïen
van dergelyke Teerlingfe figuur bekomen.
Vedeer is 't derhalve te denken, dat de verandering,
in de gedaante der Spaath -KryHallen
plaats hebbende, uit de bymenging van
eenig Vitriool o f Zwavel-Zuur ontftaa, dan
ait die van byzondere Miner aaien , gelyk
*t Gevoelen was van W o o dwa r d en Hill».
Deeze onderftdden , dat de Teerlingfe- figuur
van Lood afhange, de Ruitachtige van Y ze r,
• de Pieramidaale vierzyd’ge van Tin. Men ziet
w d ,, dat dergelyke plaats heeft in de Lood-,
Yzer- en Tin-Spaathen; doch aan gezien eenvoudige
Spaathen , van doorfcbynende, "witte
of gedachtige Kleur, weinig of geen Metaal
bevatten , én niettemin die figuuren hebben,
zo is dat Gevoelen niet aanneemdyk.
Men behoeft daar van geen andere oirzaak te
zoeken, dan die plaats heeft in de zo verfchil-
lende vorming der Kryflallen.
Onder- Onze Ridder heeft de Spaathen onderfchei-
gslieidiftg. <jen jn Ombindbaare in Zuur, dat is die Kalkaard
g zyn £ en Vaste , die daar van geen aandoening
hébben , vonkende aan ’ t Staalfiag,
dat