II.
Afdeel.
VI.
H oofdstuk.
Tourtnatin.
4.00 K w a r t z i g e OF
zyn, welken men van daar bekomt, en deeze
zyn voorheen onder de Smaragden ‘geteld geweest,
hoewel zy daarvan geenszins de echte
Kleur noch den Glans hebben. Immers
een menigte derzelven , die ik gezien en behandeld
heb, trekken veelmeer naar het Glaso
f Gras - groene , of hebben eene Zeegroenachtige
Kleur , in de dunfte doorfchynende
Stukjes; terwyl de dikkere meestal bruinachtig
groen zyn. Altemaal zynze Staafachtig,
geftreept en dikwils aan de eene Zyde plat
o f h o l , gelyk de meefte Schirl-Kryftallen.
Men vindtze fomtyds zo dun als een gewoone
Naald en dan zeer doorfchynende, ook fchoo-
ner van.Kleur en hooger groen. Endelings
befchouwd zynze altoos ondoorzigtig. Ik
hebze, byna van dikte als een dunne Penne-
fchaft, en wel twee Duimen lang, gezien O).
Van
( s j Die zeven Stukjes door den Heer Quist van Londen
naar Sweeden bezorgd, in ’t jaar 1765 > moeten
zeer klein geweest zyn; aangezien het grootfte, der in
dubbele Afmeetingen afgebeelde , maar drie Kwartier
Duims langte heeft. Zie Plaat IV , van XXVHl. Band
der Sweedfche Verhandelingen, Fig. 1 en z : terwyl Fig.
3 , tot vergelyking daar by gevoegd, de Afbeelding is
van een Sweedfch groengeel Schirl- Kryftal, lndeNa-
tunrlyke grootte. Niettemin heeft de HoogleeraarGivE-
1.1N alle dié drie Afbeeldingen in zyn Natur-. Sijftem. IJ.
Theill, Tab. IV. Fig. 63, 61 , 65 , tot vertooning van
de gedaante der Brafilifcha Tourmalin - Kryftallen, zonder
eenig gewag daar van te maaken, ingevoegd. Men
kan