|C A JL X s T E E N E tf.
"Dit ris de gemeene Straal-Gips* ook Peder-
>Qlps en Goudfinits * Spaath , en by fommigen,
verkeerdelyk, 'Pluim - Aluin genaamd. Men
vin deze in ’£ Engelfeh Graafchap Derby, m
verfcheide deden van’Sweeden en Duitfchland,
als ook in Spanje ; in Lyfland , Koerland
en zy is uit China overgebragt, By Laituga,
in Sïberie, vindt men geheele Bergen van
Straal -Gips. Zy breekt ten deele Vlotswyze»
in eene Kley-Bedding tusfehem Laagen van
Kalkfteen , of tusfehen Leyfceenen, waarvan
zy, de Laagen als famenbindt : maar in de A-
luingroeven dringt z y , by klompen, door
Gips- en Alabaster-Laagen heen.
De zeifftandigheid van deezen Draadfteen p
is ligt , op de breuk weinig glanzig en zo
w e ek , dat meh. hem gemeenlyk tusfehen de
Vingeren fyn wryven kan. Hy bruifeht niet
met Zuuren op en toont in alle opzigten zyne
Gipzige natuur. De Draaden , daar hy uit
beftaat, zyn zeer fyn en leggen digt aan malkander
; zodanig dat hy in deezen veel naar
een Amianth o f Asbest gelyke ; doch zyne
houding in 5t Vuur ohderfcheidt hem daar van
genoegzaam. Gemeenlyk is hy wit; maar men
vindt hem ook roodachdg of Vleefchkteurig >
bruin en geel, of ge-aderd. Een Stukje roodachti-
:ge Straalgips, van Jena,is, uitmyne Verzameling
, waar in ik ook witte doorfchynende uit
Vrankryk heb, in Fig. i , afgebeeld, Alle die
G . £levt
IL
Atbkf.u,
111.
Hootö-
STUK.
I.XXVÏ,
ftg. *,