IT.
Afdeel,
II.
H oofdstuk.
XV,
Garbcmarius.
Kolen-
Schiefer.
XVI.
Rudis•
Grove-
Een Kolen-Schiefer, Kolehfteen (Schistm
Carbonarius,) die zeer dikwïls het Dak is der
Steenkolen-Beddingen en de gewoone Moer
der Leyfteenige Koper-Ertfen. In ’t eerfte
geval is dezelve vast en broofchOF), in *t laatste
dun - Bladeriger, weeker en deelbaarer; zo
dat men hem met een Mes kan affchaaven en
fplyten. Inzonderheid overvloedig komt hy
in de Pruisfifche Landen voor. Zyne donker
e , blaauwachtig zwarte, glanzige Kleur, komt
van de ingemengde Aardharst; weshalve hy
ook helder brandt in ’t Vuur, wordende daar
in op *t laatst roodachtig o f w it ; maar is
zeer moeielyk tot vloeijing te brengen. In
geflooten Vaten gebrand, wordt hy hard en
behoudt zyne Kleur, kunnende dan tot Verw-
ftof gebruikt worden als Zwart Kryt.
Een grove Schiefer (Fisfdis rudis), die hard
en vast is , meeftendeels graauw, doch fom-
tyds ook zwartachtig voorkomende. In ’t
Vuur fmelt die tot een digt Glas, datbyna in
't geheel niet Schuimig is. Hy heeft altoos
zigtbaare Laagen , fomtyds ook zigtbaare
Schyven, doch hy breekt niet naar dezelven,
noch ook niet in regtlynige vlakten, maar
Schulpachtig, gelyk een Vuurfteen. Men vindt
hem in Sweeden als ook bruin in Spanje en fn
de
(U) Schistus folidus crasfus, non fisfilis, rafura nigrfc,
Carbonarius. Wall. Syft. Min. I. p. 358. Schigtu»
Iwreftris niger Carbonarius. P a Cost, fosf 16&, '
de Spaanfche Westmdien (/). Hy dient niet ïï.
ten gebruike. ij.
Een Knooplleen (Lapis Globulorum) komt,sHo°™-
volgens V o g e l , in ’t Brandenburg - Baireuth- x vil.
fe voor. Deeze fmelt zeer gemakkelyk, zo
dat men ’er, zonder eenig byvoegzel, Roks-r»»*.
Knoopen , Kogels, Mesfehegten en meer der-fte^ 00J?'
gelykezaaken, van kan gieten (tri), De Heer
G m e l i n twyfelt, of dit wel een Soort van
Leyfteen zy (n).
UI. H O O F D S T U K .
Befchryving van de K a l k a a r t i g e S t e e n
e n , onderfcheiden in de Geßagten van Marmer
, Gips, Draadfteen en Spaath; waar
ander de Alabaster, Bononifche Steen, het
Yslandfch verdubbelend Kryftal , de fcheme-
rende Labrador-Steen ; als ook de Veld- en
Vloey-Spaathen, zynt’huis gebragt.
De K a l k a a u t i g e Steenen zyn meestendeels
van een Dierlyken oirfprong ,
zo ’t fchynr, als voortgekomen uit verkalkte
over-
( / ) Schistus lblidus durus, difficulter vel non inLa-
tnellas divifibilis. Fisfilis inutilis. W a l l . Syft. Min. 1- p. 357.
(m) Voa. Min. Syft. p. 154. De Schiefer - Nieren heb ik
reeds befchreeven, in ’t voorg. 11- Stuk , bladz. 356.
( n j Men vindt .volgens Henckei , in verfcheide Yzerc
5 «v*