Atdeel. ze^e^*e Zink-Kryftallen, die men, wegens de
vi. Kleur*Staalfteen noemt:welke Teerlinnachtig
stuk zyn , met uitgeholde zyden : Zo dat menze
Kryftai. Trappen - Pieramieden noemen zö ü kunnen.
Maar, wat behoeven wy zover te gaan, ter-
wyl van alle MetaaJen thans Kryftallen bekend
zyn ; aangezien men zelfs gekryftalleerd Goud
heeft; waar van ik een fchoon Stuk bezit.
^c^oon ^et dus zeer blykbaar is , dat de
groey- Kryftallen dikwils hunnen Oirfprong aan de
riiiats. werking van Vuur verfchuldigd zyn ; zal men
niettemin den Heer Dëlisle (m) moeten
toeftemmen, dat zy altoos uit een Vogt,ten
minften uk een vloeibaare Stoffe, geboren worden.
Niet minder zeker is h e t , dat hunne
Vorming niet aan de Bergen is bepaald. Zy
kunnen altoos groeijen , wanneer flegts de
Stoffe by der hand i s , tot hunne vorming i
gelyk ik dus Kryftai heb, dat by het fchoon
maaken van een Put der Apotheek te Batavia,
in Oostindïe, daar in gegroeid werdt gevonden.
Gemeehlyk zitten zy op een Gefteen-
te , dat zeer dikwils Kwarts- o f Keizeiachtig
is ; fomwylen op Vloey- of Gips-Spaath ,
zeldzaamer op Kalkfpaath en Marmers, o f,
gelyk inde RudersdorffeKalkfteen- Groeven,
op Kalkfteen , of ook op Ley- en Zandfteen.
De fchoonfte Kryftailen van Europa haalt
men
(in) Rom. del Isle Crijftcillogr. j>, 109, n 0l
men uit de Holen van den Grimfell, Got- Ar£ Ét;
thard, in *t Urfeler, Runker-Thsll en elders in de
Switzerfche Alpen, alwaar een fterke Handel STÜ°°FD
daar mede gedreeven wordt. Hier vallen zy te- KryflaL
Vens van ontzaglyke grootte; fomtyds wel een
Arm dik en een Elle lang. Op de Gebergten
van Savoije , in Toskanen en in andere
Bergachtige deelen van Europa, gelyk op den
Haarts, in Silezie en Boheme, worden ook
die zeer fraay en groot, doch niet zo hel*
der z yn , gevonden. De kleinere, waarvan
veelen ook zeer fraay en zuiver , komen
in Oostindie, aan de Kaap der Goede Hope,
in Groot Brittannie , in Noorwegen en Swee-
den, ja byna over den geheelen Aardbodem,
voor. Van Amboina krygt menze taamelyk
dik, en ik hebze van Sumatra ontvangen,
die van langte en dikte als een Vinger zyn.
Op fommige plaatfen , gelyk in Silyzie, in
Westphalen, in ’t Gebied van Florence, worden
zy los in de Aarde of in ’t Zand gevonden;
en dan zynze dikwils aan beide enden
f'pits. Veel komen zy voor in de holligheden
van Acbaatkogels, Kryftai - Appels en
veelerley Verfteende Lighaamen : gelyk ik
dus de holletjes van groote Ammons-Hoo-
rens daar mede bezet heb; doch de zodani-
gen kan men tot de Kwarts-Droezen betrekken.
Ik hebze in de holligheid van een
Y 5 Key-
III. Deel. III. S tvk.