«64, K e i z e l i g e O F
11.
ArDFW. met re^en * zodanige Kleur niet toegefchree*
V. ven hadt:) in de Lugt ondoorfchynende, weinig
H o o f d s
t u k »
Maan
fteen.
hard , zig glanzig hatende polyflen; maar
in koud Water doorfchynende, mét eene roo-
de , geele , Barnfleenaehtige Kleur. De afkomst
fielt hy (waarfchynlyk in navolging van
onzen Ridder, die echter zulks van'de Opaaien
in ’t algemeen gezegd hadt;) uit Ooflindie,
Arable, Egypte.
Onder de benaaming van Werelds • Oog, welken
’er eenige Steenhandelaars aan gegeven
hebben, zegt de Heer B uitckmann ( ƒ ) ,
heeft men eene Opaalfoort, welke, tegen ’t
Licht gehouden, Glasachtig uit den witten
ziet. Naar dat menze dan omdraait, heeft de
ééne Soort eenen witachtigen , levëndigen ,
Faarlemoerigen ; de andere een aangenaamen
hemelfchblaauwen weerfchyn o f glans» Ook
in ’t donker fchemeren deeze Steenen eeni-
germaate. Zy gelyken ten deele de witte Kei-
zelige Kat-Oogen, doch hebben;, op verre
naa, derzelver hardheid' niet, maar flegts die
der Opaaien. Haare fchemering openbaart
zig het levendigfle, wanneer zy als een afgeronde
Kegel zyn gefleepen. Misfduen fpreekt
D a v i l a van deeze Opaal-Soort ('g) , wanneer
hy fommigen Oriëntaalfche en Occidentaal*
( ƒ ) Btyhrtzge , 1778. p. 229.
CO Catalog, ra ifo n n Tom. II. p. 175. N. 40a ; dQch
fcy fthyntze te verwarren met den Zonjieftet»,
Ü6L
taalfche Maanfieenen tytelt, enz. Veel eige-
ner kan men dien naam daar aan toeleggen ; y.
alzo de eerstgemelde thans een andere bete-^Hoovn-
nis heeft. Hoewel, men vindt ook Maanflee- Maan-'
nen, die geheel doorfchynend zonder Kleurt«»-
met eenen weerfchyn fpeelen, als van de Volle
Maan. Zodanig één heb ik van een Cey-
lonfch Keizeltje, door afflypen, bekomen.
Geheel andere Steenen zyn h e t , die men
thans Werelds - Oogen noemt, en al anderhalve
Eeuw.dus genoemd heeft, gelyk door my in
een Vertoog daar over, onlangs, is aangetoond
(h)i Dezelven zyn , naamelyk, droog
in de Lugt, ondoorfchynende, maar worden
doorzigtig in ’t Water; gelyk de Heer W a l -
l e r i ü s , uitde Waarneemingen van den Heer
Q u i s t , aanduidt. Daarom noemt menze
Veranderlyke Steenen, en alle de genen, die
deeze eigenfchap bezitten, worden thans.onder
den naam van Oculus Mundi begreepen.
Daar zyn wel Opaaien , die droog zynde met
de heèrlykfle Kleuren fpeelen, en in ’t Water
doorfchynend worden, met eene zeer fchoo-
ne , donker roode , Robynkleur. Anderen ,
wier Kleuren in ’t Water veel levendiger worden;
’ t welk eenigermaate plaats heeft in alle
Opaaien. Maar de gemelde fchynen,door een
foort
(h) Verhandel, der Hall. Maatfchappye te Haarlem»
XX. Deei-s I. Stuk. 1781^?- 3“ »