gi;:«|
H
E l f i
V* Hqofdst. Refchryving van de K bïz eil
i g e S t e e n e n ; Jo/ welken, zo d*
gewoone Keijen en Vuurfteenen, a& de
Egyptifche, de Opaaien , Kat-Oogen
Onyxen o/ Oogfteenen, Sardonyx,
Chalcedoon, Kornalyn; de Achaaten
Hoorn •'Keifen en Jaspisfen, betrokken
zyn. Bladz. 22*
VU Hoofdst. JBeßhryving van de K ry-
s t a l l y k e S t e e n e n , in ’tbyzon-
der van de Kwarts en Kryftallen; w.aar
van zeer veele Verjclmdenheden zyn, ten
opzigt van de figuur en groeij.ing, als ook
van de Kleur; gelyk zulks blykt in de Basterd
Gefteent en en in de Schirls, tot
welken de Toürmalins of Afch trekkers
zyn tfhuis gebragt. -«
V 11, Hoofdst. Befcbryving van de E d e l e
. St e e n e n ; tot welken, behalve de Diamanten
, de Robyn , Safier, Topaas,.
Hyacinth, Smaragd, Chryfolieth, Beril,
Peridot, Amethyste«Granaat, beboeren» — r-412.
y 111. Hoofdst. Befchryving van de. V ergaard
e , of uit verfcheide zigtbaare Deeltjes
famengefielde Steenen, die men Zandstee-,
ken e« Rotssteenen noemt; gelyk
Porfier,'Graniet, Greis, Gneis , de
Poddingfceenen en veele ander en*. —— 529
R^r J
n
W M
A A N -
AANWYZING der p l a a t e n ,
en der Bladzyden,
alwaar de Figuuren aangehaald o f befchreeven worden.
Plaat XXV- Afbeelding van Marmersteenen.
tegenover Bladz. 55
Fig. t. Italiaanfch groen Marmer Verd Anticq
genaamd. . bl. 59.
— > 2. Roodachtig geel gevlakt Marmer van
Weenen. hl. 61.
— 3. Zeer fraay Dendritifch Marmer van
Baden Durlach. bl, 63.
—— 4. Graauwachtig met Conchyliên en Vuur*
glanzige Vlakken. bl. 64.
— 5, Blankenburgs Marmer met Koraalen.
. > bl. 65.
Plaat XXVI. Afbeelding van Gips en
Sklentet. . — ....... . 97
Fig. i. Roodachtige Straalgips vanjena.bl. 97.
—- 2. TalkachtigGips-KrvHaluiti-ommerenM.102.
— 3. Buigzaame Gips-Kryftallen van Saltzburg.
. bl.10%.
4. Gekamde Gips - Spaath van Clausthail,
'bl 106.
5. kGekryftallizeerde zwaare Gips-Spaath
van Freiberg, .* bl. 107.
*— <5. Seleniet - Kryftallen te famen gegroeid.
bl. 108.
>— 7. Bladerige Gips -Spaath Droeze van An-
naberg,• Saxen . • bl. 109.
Plaat X X V I1. Afbeelding van Kalk-
Spaathen. '' 119
Fig. 1. Een Stuk doorfchynend Dubbel-Spaath
van Andricsberg. . b l.i i z .
—— 2. Een rood 'en wit half doorfchynende
Duitfehe Teerling-Spaath: bl. 131.
- 3. Aartige Kamerige Spaath uit de Sibc.
rifche Goudmynen. . bl. 132.
—— 4. Linsvormige Spaath uit Dalmatte bl 133.
■— 5. Driekantige doorfchynende Spaath • Kryftallen
uit Engeland bl. 135.
•w— & Zeskantige, tweepuntige Spaath -Kry -
dal.len dito. . bl. 130,
* 3 ï ïg ‘.