Ü foort van verweering , tot dien ftaat gebragt
Aïmei-. ^ ^yn, dat zy het Water intrekken: gelyk
Hoorn- men ook, volgens de aanmerking van den Heer
^werelds- D e l i u s , de Werelds - Oogen altoos ligter
Oog. bevindt dan de Opaaien. In de Werelds-
Oogen z e lf, evenwel, fchynt, zo B rüc k *
m a n s betoogt, die verweering geenszins
plaats te hebben: zy blyven in de zelfde Haat,
en altoos tot de Proefheemingen bekwaam;
ten z y , wanneer menze in Olie gelegd heeft:
want dan werkt ’er het Water niet meer
op (/').
Veran De §enen » ^ie t^aDS het meeste' gerucht
deriyke maaken , hoewel nog zeer zeldzaam zynde ,
PLXXIX. komen veelal, van de Korst der Yslandfche en
Fig- s- Faroefche Opaaien en Chalcedoon: hoewel
men ze ook van het Zwoord der Serpentyn-
fteenen , Spek- en Nierenfteenen, kan ver*
. vaardigen. Ik heb van de mynen, en van der-
zelver verandering, uitvoerig berigt gegeven,
en tevens gemeld van een ronden Opaal van ’t
Eiland Faroe , die, bruinrood van Kleur, als
een Oog gefleepen is , en in ’t midden een
witte Plek heeft als de Staar, welke in ’t Water
geheel verdwynt en doorfchynend wordt.
Van een zodanigen Veranderlyken Steen j in
een Ring gezet, die ten deele helder Opaal is
met Boomachtige figuurtjes, ten deele nog
de
de witachtig ondoorfchynende Korstdeelen
heeft, welke in ’t Water geheel doorfchynend v.
worden , uit Hongarie, geef ik hier de Afbeel-STUK<
ding, in Fig. 5 , op Pl a a t XXIX. Den ver- Verander*
wonderlyken Achaat-Steen, myner Verzame-^
ling, die, droog zynde, witachtig en, buiten
eenige blaauwe Streepen, geheel ondoorfchynende
is , heb ik in zyne Veranderingen naauw-
keurig in Plaat voorgefteld, en omftandig be-
fchreeven (k). Hy wordt, naamelyk, in het
Water geheel blaauwachtig geel doorfchyceur
de tegen ’t L ich t, en dan wederom opdroo*
génde, maakt het Witte, allengs daar op zig
uitbreidende , zeer aartige Vertooningen. De-
wyl deeze Steen , zo wel als myne andeien ,
geene Luchtbelletjes uitwerpt,:onder ’ t indringen
van ’t Water ; zo komt de reden der door-
fchynendwording , welke de Heer W a l l firn
us opgeeft , in ’ t algemeen my niet aan-
neemelyk voor. .
(3) Keyfleen die verfpreid is en, Laags wyze Vin.
ver[cheideh'k gekleurd, Den Onyx,
■ ■ - ' Onyx;
(k) Verhand, der Maatfch. als boven, alwaar men jn
de verkkaring der Plaat, Fig. i , by inisftelUwj leest,
doorfdiynènde, iri plaats van ondoorfchipt ende,
("gj Silex vagus Stratis diverficoloribus. Syfl. Nat. XII.
Sp. 7. Achates yix femipellucidus, Fasciis aut Stratis
diverfe coloratis ornatus. Wall. Syfl. Min. L p. 289-
Sp. 129. Onyx Authorum. Onyclpum Worm. L bssbr.
Camehuja. Meitiphites. Cronst; Min. 57. Bavm. Va »\
I. p. 253-