Afdeel. Zo dat > hunne Oirfprong zodanig zynde, ’er
V. geen nader plaats dan deeze kan wordenaaan*
stok, geweezen: terwyl zy dus m ’t vervolg komeö
van Talkige Steenen, die z e e r ,naar dezelven
overhellen.
Door Keyfteenen verftaan wy hier niet alle
degenen, welke gemeenlyk Keïzeh ofKei-
jen genoemd worden; zo in de hooge gedeelten
van ons Land, als in het binnenfta van
Duitfchland, in de diepte der Z e e , in de
Valeijen der hoogfte Bergen, ja in de afge-
legenfte deelen des Aardbodems; by geheel®;
Banken voorkomende in het Zand. Niet alle
de genen , die door de Rivieren allengs naar
de Zee en in dezelve afgevoerd ; of ook uit
derzelver boezem aan onzen Stranden opge-
fmeeten worden. Niet alle de genen, waar
mede onze Straaten en Wegen geplaveid zyp ;
de Dy ken befchut tegen het geweld der Baa-
ren en fommige Zeehoofden opgeftapeld. Onder
alle deezen , van de kleinte van Hagel
a f, tot de grootte van Molenfteenen, komen,
behalve de eigentlyke Keyfteenen, ook Kei-
zels voor die volmaakt Marmer, Arduin, of
Leyfteen, die Kalk- o f Zandfteen, gebakken
Steenj; ja zeer veelen , die louter famengeftel-
de o f Rotsfteenen zyn. Alle de zodanigen
moeten wy hier volftrekt buiten fluiten en betrekken
ter plaatfe daar. zy behooren.
Dac me» de eigentlyke Keyfteenen zo dikÖijffrongi
wj|g
K n • S t e e h e k. »£ƒ
wils vindt in de Spleeten der Krytbergen, H.
heeft fommige Autheuren doen onderftellen, v.
dat zy van èene Kalkaartige natuur waren.
Anderen verzekerden , dat zy door de Lügt
tot Kalk wierden of door Vuur tot Kalk
gebrand konden worden; ’t welk echter
op de voörnaamften, de Kuurfteenen naa-
melyk, geeri proef houdt; zo de Heer
W a l l ë r i u s ondervondt; die thans zyn
Gevoelen, noopens deh Oirfprong deezerSteenen
, met kragr van redenen zoekt te ftaaven.
In de eerfte plaaté ftelt zyn Ed. vast, <fat Uiteen
de Keyfteenen uit een vloeibaars Stofte gefproo stoffeaai*
ten zyn. Tot bevestiging hier van brengt zyn
Éd. niet alleen de Verfteende Zeefchepzelen
b y , die lomtyds in dezelven gevonden zyn;
maar ook andere dingen uit het Dieren- en
Planten - Ryk; waar by men zou kunnen voegen
dat Rood Koraal in een volmaakte Vuur-
fteen, uit myne Verzameling, bevoorens iü,
Afbeelding gebragt (z): maar, aan den eenen
kant zyn de Verfteende Zaaken in Keyfteen,
op ver naa, zo gemeen niet als in Kalk- en
Zandfteen , o f ook in Ley. Veeleer zou ik
het befluiten uit de natuur zelf der Verftee-
ningen, gelyk ten opzigt van de Houten, die
veelal ifl Achaat o f Vüurfteen zyn veranderd,
dat
(2) Zie ’t ï l l . D. 1. Stuk, deezer Nat. Hiflor ie, Pi,
XI. Fig* 6 , bladz. 531,
Kil. Deel. III. Stuk.