11.
jVlDBBt.
V.
Hoon»-
STOK.
Chalee-
doen»
Blaanwe-
Chaleedoon.
dat hy fomtyds met Streepen en Vlakken voor-
kome, inzonderheid gefleepen en verarbeid
zynde, als wanneer hy ook fraaije Werkftuk-
ken uitlevert: maar die evenwydigheld der
Laagen en Kringen , welke in de Onyx plaats
heeft, bezit hy zelden. Van buiten is hy ge-
meenlyk oneffen, en valt fomtyds als de Rivier
Keizels. Hy is niet volkomen doorfchy-
nende, maar Nevelachtig,gelyk zeer verdunde
Melk, of als de Waafem van Water, fpee-
lende doorgaans in ’c witte o f graauwe. Niettemin
komt hy van veelerléy Kleuren voor.
Hier onder munt uit de Blaamvachtige o f Regenboog
- Chalcedoon (Iris Chalcedonica), die
naar den Saxifchen Opaal gelykt, fpeelende,
wanneer hy verhevenrond is gefleepen, uit den
graauwen in de blaauwachtige, geele o f Violette
Kleur. Men vindt hem op Ceylon, in
Siberie, Hongarie, als ook in Saxen en op
Ysland, daar hy dikwils Staladh'tifch voorkomt;
op Faroe by lange ftevige Cylinders of met
donkere Melkwitte Krjngen. Ik heb blaauwe
Chalcedoon van Oberftein in eene Keizelige
geftalte. Aldaar vindt men ook een Bruinach-
tige, die niets fraais heeft. Roodachtig in ’t
paarfche fpeelende , en geelachtig, als ook
uit den graauwen groen , komt hy op de Faroe
Eilanden voor. Gemeenst is de Witachtige
of Paarlemoerkleurige , die fomtyds met
donkere Streepen en Vlakken is gewolkt. Het
Mos
Mos is, inmyn gefleepene blaauwachtig wit
te Chalcedoon van Ysland , tin een helder "
doorfchynend Gefteente vervat. STuk.°f
Byzonderlyk moeten wy hier acht geeven Cach0.
op den Cacholong, waar van de Heer WAL-long,
l e iu ü s een byzondere Soort gemaakt heeft;
noemende dien Achaat van Opaalkkur, taay
en oneffen op de breuk ( r ) . C r o n s t e d t ,
noemt, hem , Witte ondoorfchynende Chakedoon.
Men vindt hem in ’t Land der Bucharifche
Kalmukken, als ook in verfcheide deelen van
Tartarie, in en aan Rivieren, als ook in Swit-
zerland, op Ysland en byzonderlyk op Faroe,
tusfchen Laagen van Chalcedoon. Hy ver-
fchilt daar van, door weeker of zagter te
zyn , zo dat men hem kan draaijen en hy laat
zig met gemak tot allerley Snuifteringen, Af-
gods-Beeldjes en Huisgereedfchap verwerken.
Hy beeft zyn naam bekomen van de Rivier
Cach in Tartarie ; alzo dat Volk een Steen
Cholong noemt : dus zegt de naam zo veel als
Steen van de Rivier Cach. Hy is wit of roodachtig,
byna geheel ondoorfchynende, en op
de breuk wat oneffen , byna gelyk Kwarts.
Door het polyften neemt hy een fchoonen
Glans aan, en wordt met Amaril gefleepen.
In
(r ) Achates Op.alinus , tenax, fraftura inaequalis.
Syfl. Min. 1. p. a85< Chalcedonius albusopacus. Cronst.
Mi». §. 581 i* ~
S 4