«É l
IfiSgs
r a
h m mé
I
>ii
11
A fdeel, derzelver Gruis beftaande, waar van ik voor*
in. heen gefproken heb Qi): want dit Sweedfche
siisK. was blykbaarlyk uit Gruis van Schulpjes,
Schulp Hoorntjes en Koraalen, famengefield. In
r‘ Duitfchland en Spanje, zegt L i nnjeus , is
het gemeener; zo dat de meefte Muuren te
Kadix daar uit beftaan. Ik heb Hukken van
zodanig _Gefteente, waar van de Vestingwerken
te Mentzen Oppenheim opgebouwd zyn.
In Vrankryk vindt men, ook Banken van der-
gelyke Kalkfteen, ten deele brokkelig, ten
4eele hard en tot den Huishouw dienftig (b). ,
XIV. (14) Marmer dat Krytig is en Zandig; af.
Mar mar _ ,
fimte, , geevende.
Snybaar.
Dit Geftëente, dat uit Kalk en Zanddeelen
famengefteld is, wordt geheel week bevonden,
wanneer men ’t graaft; zo dat het in allerley
Geftalten kan worden gefneeden; doch verhardt
in de L u g t, en zulks geeft gelegenheid,
om
* f.:b.Vl'i vKg ; fkf*T j
fa) In ®t III. D eels I. Stok, deezer Nat, Hifforie,
bladz. 475-, enz. Uit deeze ïaatfte Soorten van Marmers
blykt de nuttigheid, van de verfchikking dié ik in ’t Ryk
der Mineraaletf gemaakt heb , met de Delfftoffen eer te
befcbryven dan de Steenen: zie ald. bladz. 130. Men
zou ’er naauwlyks een denkbeeld van kunnen geeven,
aan iemand die onkundig was in de Verfteeningen.
(b) Guettard Mem. fur la Champagne. Mem. de 1754.
(14) Marmor Cretaceum Arenofum inquinans. It. Scan,
ïg6* 205. Lapis Arenaceus glutine Calcareo. Cron^t*
Min, §, 274, N. Zé
PÜtï
om ’er tot bouwen gebruik van te maaken j Ar**'E
doch het kleurt altoos af, als Kryt. Niette- in.1"
min zyn ’er de meefte Huizen te Parys van ^ ^® *
gebouwd. Men vindt het ook in Deenemar-.
ken , en'in Schónen , te Malmoe,, waren de,
Muuren van oude Huizen daar mede opge*
haald.
(15) Marmer dat verfpreid is, vast van zelf-■ XV.
Jiandigheid, met eene Kkijige Schors. Ma?™*
ceum.
Deeze Mérgelfteen komt niet by geheele
Heuvels o f Beddingen , maar Tos in kleine
frakken op Velden van een vogtigen Kléy-
grond, in Engeland, Vlaanderen , üpland,
Westgothland en Oeland , voor. Hy is met
de Kalkfteenen zeer naverwant, en heeft ook
ongetwyféld , offchoon hy zig maar by en-
kelde los gefcheurde Stukken vertoont, mét
denzelven een gèlyken oirfprong. Hy is grof,
hard , zeer digt en fynkorrelig, gemeenlyk
met een witte Kleijige Schors bekleed, hebbende
dikwils hoekige, van buiten roode;
Spaath-Aders. Meestal is hy geelachtig of
Vleefchkleurig, fomtyds wit, fomwylen graauw.
Ia
C15) Marmor vagum folidum , Cortice Argillaceo. Syst,
Mat. Mus. Tesf. 12. N. 8* Lapis Calcarius particulis
impalpabilus incarnatis. C ronst. Min. §. 7. N- 3. Cal-
careus sequabilis incarnatus. W a l l . Sijft. Min. I. p,
*24. Saxuih Galcareum album. Da Cost.Fosf. 151.
F
l i l . Dbel. III. Stus.