11.
Vademen diepte. Te Mehilke werdt in het
'jaar 1760 een goede Diamantmyn ontdekt;
doch de Diamanten waren geelachtig en
niet zeer hard. Die der andere Mynen vallen
dikwils in ’t blaauwe of in ’t groene, en ko-
men dus byna met de Ceylonfche , voorgemeld
A fdeel.
* VIL
H oofdstuk.
Diamant.
Mynen
in Bengale
»
, overeen. De Vorften van dat Land
laaten zig de fchoonften en grootften leveren ,
en bewaaren dezelven voor z i g : 5t welk
maakt, dat die in Europa zo zeldzaam zyn.
De Indiaanen , zelfs » wanneer zy maar zodanig
eenen , Steelswyze , bekomen kunnen ,
verfteeken die als den grootften Schat, en zouden
eer hun Leven laaten, dan daarvan afftand
doen. Somtyds zitten ’er ook wel Diamanten
in het Gefteeute der Rotfen, welken men by
toeval ontdekt. Anderszins komen z y , in de
Groeven van Indie , altemaal in Aarde voor,
welke uitgewasfchen moet worden, om ze
daar in te vinden : des veele duizend Men-
fchen fomtyds den arbeid waarneemenaan ééne
Myn.
In het Ryk van Bengale is een Rivier Gouel
genaamd, waar in men al van ouds Diamanten
gevonden heeft. Hier kan flegts, in ’t begin
des Jaars , in gearbeid worden , wanneer het
Regen-Saizoen voorby is en de Rivierwateren
helder zyn. Wel agtduizend Menfchen, van
allerley Ouderdom , plagten dan de Rivier op
te gaan, om Diamanten te zoeken in deszelfs
Zand
Zand. Een plaats ontdekt hebbende, daar
Veel Keizeltjes zyn , wordt het Water afge- vu;,
leid, en het Zand twee Voeten diep uitgegra*sm™rD~
ven, ’t welk men dan, even als de gedagte Diamant.
Aarde , uitwafcht, om de Steenen te beko-
men. <
Men vindt ook Diamanten in de Rivier Suc- Op Bo*
cadan en elders op ’t Eiland Borneo; gelyk ik Brafii.
uit de Diamantmynen van Banjef, aldaar,een
menigte Keizelfteentjes en geelachtig Zand
bekomen heb , met eenige Kwarts- Steentjes
daar in. Zy vallen ook op Malakka, welke,
gelyk die van Dekan en Golkonda , Steenen
van den ouden Rots geheten worden en de besten
zyn. Ook zyn zy aan ’t Eiland Ormus,
by de Kust van Perfle , waarfchynlyk door de
Paarlduikers, gevonden, en daarom in ’t En-
gelfch Diverftone genaamd , dat is Duiker-
fteen (ƒ ). Verfcheide oude Mynen in Indie
zyp reeds uitgeput ; doch daar tegen heeft
men wederom nieuwen aangelegd, en in allen
C f) Want het is niet te denken, dat zy op dat Eiland
zouden gegraven zyn, ’t welk byna geheel bedekt
Is met een Korst van Zout; maar de Faarlvisfchery,
daar omftreeks, kan gelegenheid gegeven hebben, om
bv geval aldaar een Diamant te vinden, als ook tot
den zonderlingen naam, dien fommigen in Duivelfleeit
overbrengen. Immers waarom zouden zy dus meer hec-
ten, dan andere Diamanten ?