11. deren Straal- G ip s ; doch wel de eigenfte be-
‘ S E * naarninö fchynt Draadfieen te zyn, overeen*
Hoofd- Jcojiifug met den Griekfchen naam Imlithos9
STUK* ö *
Straal- welken men n°g m ’c Italiaanfch behoudt ,
het noemende Inolitho. De Kenmerken, immers
, beftaan daar in, dat de zelfstandigheid
blykbaar beftaat uit Draaden, die wel gemeen-
lyk evenwydig , doch ook fomtyds als Straa«
len uit een middelpunt, o f zonder bepaalde
orde Ioopen, of elkander kruifen. Het fchynt
dat die Steen uit Water, waar in hy te vooren
opgelost. wa$ , neerzakkende geboren , dus
zulk een Draadachtig Geweefzel aangenomen
hebbe. Of daar zal een foort van Kryftalliza-
tie plaats hebben in de Solutie der Gips-Aar-
de, uit welke hy ontftaat: des ookfommigén
Êem tot de Gips - Spaathen t’huis brengen *
•anderen tot de Gipfen betrekken.
De volgende Soorten van dit Geflagt zyn
door L innjEüs opgegeven.
1. ( i ) Draadfteen, die doorzigtig , vast en Vezel-
Stirhm 7 . 4
Gypfeum. achtig ISéj
Gipsach- Dit
tig#.
( i j Stirium pellöcidum fixum fibrofum. Sijft. Nat. XII.
Tom. l i l . -Gen. 4. Sp. 1. Inolkhus fragmentis determi-
natis. C a r t h . Min, 18. Gypfum fibrofum. C r o n s t . Min.
17. Gypfum filamentis parallelis compofiturt G. ftriatum.
W a l i .. Syft. Min. 1. p . 167. Spathum Gypfeum fibrofum.
W o l t . Min. 18, Maimor fixum filamentis perpen-
dicularibus parallelis. Syft, Ifat, VIII. N. 10. Inolithas,
B auk. Min'. 1. p. 204.