Aïdmi« met rooc*e Vlakjes: gelyk ik een BloedrooiJeni
V. Steen, van aanmerkelyke grootte, heb; waar
s^ r ° ‘ in ziS het gezegde alleenlyk tegen ’t Licht
stevens- openbaart; maar fommigen betrekken hier ook
Stee». een voozen Kalkfteen, die op zyne Opper-
vlakte met roode Vlakken is getekend; even
o f 'er Bloed op gefineerd ware. Hy is zeer
zwaar, laat zig polyften, en wordt by ronde
Stukken, van verfcheiderley grootte, gevonden.
Men treft hem , by Masfel in Silezie,
by Strelitz in ’t Mecklenburgfe, en in andere
deelen van dat Hertogdom; als' ook by
Frankfort aan den Oder, voornaamelyk by de
Losfowifche Bergen., en op de Velden by
het Dorp Wriezig aan.
Ruim 20 tigen zou raen kier kunnen t’huis
‘ brengen, die zonderlinge Vertooning op een
doorgezaagde en gefleepene Key uit den Rhyn
by Slingen, zes Uuren van Bazel, in Fig. 4
afgebeeld. De Steen heeft een Kalkachtige
Schors en is van binnen wit, met Streepen
aan den rand , byna evenwydig, die eenigs-
zins Afchgraauw zyn. In ’c midden vertoonen
zig twee Figuuren, die men by een Kardinaals-
Muts zou kunnen vergelyken; geelachtig ?yn.
de met roode Randen o f Zoomen, welke uit
een menigte Bloedroode Vlakjes beftaan; ge-
Iyk het geele dus ook zeer fyn is geltippeld
Op de andere helft, waar de figuuren ondui-
delyker z y n , komen deeze Vlakjes en Stip.
pen Veel blykbaarer voor ’t sczisc»
{ 7 ) K e y f t e e n , die verfpreid is , door Straalbuiging
en Straalbreeking van K leur ver• V.
anderende. .. stok?™"
Volgens het Bericht van P l in i u s waren Vilde
Opaaien ten zynen tyde in zo veel achting, Opaius.
dat men de Smaragden flegts hooger fchatte. 0paal*
Men achtteze alleen uit Indie herkomftig te
zyn, en geloofde, dat haar Glans die van
den Karbonkel in fynheid overtrof. Zy fpeel-
den met de paarfche Amethyst» en groene
Smaragd - Kleur, in eene onverbeeldelyke mengeling.
Eenigen vergeleeken derzelver Gloed
met de Vlam van brandende Zwavel of Olie.
Men vondc ’e r , zegt hy, die de grootte hadden
van een Hazelnoot. Zodanig was die voor-
naame, welke de Raadsheer N onius bezat,
zynde de Paideros der Grieken en de Sange-
non der Indiaanen Behalve deeze, welken
hy als de Echte Opaaien fchynt aan te merken
,
(?) Silex vagus, refleftïone et refra&ione varians. Syft,
Nat. XII. Sp. 6, • Achates fere pellucidus, Colores fub
reflexiöne et rëfraffione varians. Opaius. W a l l . Suft.
Min. I. p, 293. c t.. Opaius receptus, albus. Cronst.
Min. §. 56. g, Opaius Nonnii. Pl in . Hift. Nat. Libr.
XXXVII. Cap. 6. p. 736. H a s s e l q . ït. 508. C r o n s t .
Min. §. 56, i. Opaius Colore Olivari, refiexione ruber,
W a l l . Sp. 6. y , Pfeudo - Opaius. Oculus Cati. C ro n st .
Min. §. 56, 3. Achates plus minus opacus &c. W a l l .
Sp. 20. p. ■ 295. Lapis Eiementaris. Just.M in . 383.
Oculus Mundi. Achates Unguium Colora &c. Wall.
Sp. 21. p. 296.
Q 5 III. Deel; III. Stok. x
V.'M\
t j f l 1
5ÏR
9
f p
Vr SM»
' C ». ;' | X ‘--.l■