AïDMt. beuren raakt hy in ’t Vuur kwyt, en brandt
ïïi. Zo wit als Kryt; geevendeook, gelyk hetzel-
stuk. v e , aan de handen af.
Gebruik Door ’t branden levert deeze Steen een tref*
gïs. a feIyke Pleifter uit, en wordt niet alleen daar
to e , maar ook met groot voordeel van de
Goudfmeden tot Vormen gebruikt. By jena,
Halle en Èrfurt in Thuringen, daar men hem
in menigte op de Velden vindt, maakt men
3er Strooizand van. Somtyds formeeren de
Draad e n , uit welken deeze Gips beftaat ,
dïgte Ruitachtige Blaadjes en SchyVen , en de
Steen laat zig zodanig fplyten: waar doorhy,
by fommige Autheuren, den verkeerden naam
van Splytbaare Aluin of Schiefer - Aluin bekomen
heeft.
II. (a) Draadl teen, die doorfchynend en ontbind-
m Z Z -' baar, Vezelachlig U
yeum. *
De Heer W ALLE R 1 u s betrekt deezen
Draadfteen, die met Zuuren opbruifcht, tot
de Kalkfteenen van eene bepaalde figuurmaa-
king. Men vindt hem in Schónen én andere
Landfchappen van Sweeden, in Silezie in de
Marmergroeve by Kaufungen; in ’t Graaf.
Jchap Glatz by Reinerts, in de Brandenburgfe
(2) Stirium diaphanum folubile fibrofum. Syjï. Nat.
Alabaftrites. Scan. 121. Calcareus figuratus Alamen*
tofiiï. Wall. Sijfl, Min, I, j*.
Iv A L K S T E U N E . Nb
f t Kalkgroeven ; by Idria in de Krain; in de
Chrifrina - G roef by Schemnits in Neder -Hon-' m
garie > als ook by Maagdeburg in Zandfteen. S' ^ ÏD'
De ‘Vezelachtige zelfftandigheid verfchilt Draad,,
van die der Straalgips weinig, doch is z o fi"”>
helder doorfchynend niet, Sneeuwwit, witachtig
geel of graauw , ook wel rood en wie
o f rood en geel gemengeld. Niet zelden is
deeze, Steen gantfeh ondoorzigtig. De Draa-
den loopen fomtyds zo evenwydig als in de
voorgaande ; fomtyds Bondelswyze , gelyk
Straalen uit een middelpunt, als in het Glas*
kop en Malachiet, van welke laatfte hy mis*
fchien den grondflag uitmaakt ; fomtyds doch
zelden Sterswyze , gelyk in de Bloemen van
Spiesglas. In de laatfte gevallen neemt de
Steen een goeden Glans door !t polyften aan;
hoewel by ’ t Marmer te kort fchtetende.
Hier behoort, buiten twyfel, de Alabastriet
of onechte Alabaster, een harde grove Soort,
welke men op veele plaatfen van Duitfchland,
in Switzerland en in Sweeden, vindt: als ook
alle Duitfche en Italiaanfche, die met Zuuren
opbruifcht; en verder die Kalkachtige Ahbat-
ter i welke weezentlyk van een Stalaktitifchen
oïrfprong is , door den Heer D a u b e n t o n
fjefchreeven («)»
13/
r Al ab at re* Calcaire. Mem, de V Acad, R, det SI, df
Paris, 5.754. Zie ’t voorg. Stuk , bladz. 3j 8»
G 2