.. ïl- mooglykheid vinden in die de? Poddingftees?
nen; te minder , alzo menze in Banken van,
Hooed- josfe Keizèls en Zand aantreft, daar de gele--
^ . g e n h e i d a l t o , » ’« fchyM, dezdven h a *
fieea, ^ocn famengroeijen ; zonder dat men eemge.
weekheid in die Keizels o f in dat Gruis, kan,,,
mag, o f behoeft te onderftellen ; alzo,ons,
niet alleen de figuur, maar ook de, zelfflan-
digheid, van het tegendeel overtuigt. Even
zo is ook bet bovenfte Kalk-Gebergte, om-
ftredks Brescia en Vicenza, vól roode en
zwarte Vuurfteenen en Jaspisfen. Somtyds.
ïa k k ig als Koraalen, Nierswyze of by Laaie
n vóórkomende in de Kalk-Schots» Scagt*
$a genaamd;. Zo worden ook in Kalkfteenen
van de Bólca, een Veroneefchen Berg, bonte,
roode, zwarte, groenachtigè en-witte Keizels,
gevonden. Eveneens is ’ t gelegen met dié
Watqrfteentjcs van Chalcedoon en andere zaa-
keh, welken men inde Lava der Italiaanfche
Bergen zo menigvuldig aan treft v ! _
. . , De Italiknèn noemen alle dergelyke Stee-
S ^ e n Breccia, daar men in ’t Franfch Brêche
van maakt, en zy geeven daar aan verfchei-
de bynaamen. Dus hebben zy een Breccia,Cal-
caria, beftaande uit brokken Kalkfteen, die
door Kalk zyn ' famengelymd ; hoedamgen
men wit in Noorwegen en zwart in Bohemen
vindt« ja waar,toe alle gevlakte Marmers, die
zy Brecciati noemen ? behooren* Een Diasr
pra Brecciato o f Breccia jfaspidea beftaat uit; >1;?
Broezen van Jaspis, welke door Jaspis Aai? vin.
de famengevoegd zyn , vallende niet ver van
Frejus in Provence. Ik heb een Stuk rood Brokfteeit,
en zwart Jaspis van Konits in Saxen, met eené
glad gepolyfte Vlakte, waar in ruuwe plekken
van Zand, dat ’er wel vast in is verfteend. Dit
zou zekerlyk ook tot die Breccia behooren.
De Breccia ver de d’E g im , of Egyptifche, be*
Haat uit famenkleevende, donkere en heldere^
ronde of wanftaltige groene Stukken, die Aardachtig
fchynen en geen zonderlingen Glans
aanneemen, doch wegens de aangenaame
Kleuren bevallig zyn voor ’t Oog. Pietra.
frutieukfa noemt men een antieken Podding-
ffceen, uit geele en roode ronde Keizels fa-
mengefteld, met kleine zwarte Yzer-Dendrieten
(/_). In Sweeden komt een Breccia Por-
phjrea voor , die uit Porphierdroezen, met
dergelyke Stoffe famengelymd, beftaat. Z y
valt in Dalekarlie; alwaar men ook ,een Zandige
vindt, die t’eenemaal .beftaat uit famen-
gelymde Zandfteenen. De voorgemelde Gruis,*
Achaat, uit Saxen , zou men volftrekt een
Breccia Achatina kunnen heeten. By Idiia in
de Krain komt een Gefteente voor, dat uit
’Stukken Hoornfteen beftaat, die door gemee*
ne
Cf) Ferber Briefe dus IFalfc'nland p, 259.
Rr 4,