380- K wAr t z i g e
•Atihj ftffircrè Krydaldroes van Bramberg in Bohe-
VI. toe, gaf ik in Fig. 2 , op Plaat XXXIII, de
s* T D‘ Afbeelding. Hier uit blykt, dat zy ook Droezig
vallen, gelyk menze hier en daar in de Y-
zermynen , vooral in 't Hesfendarmdadtfe en
Würtembergfe , als ook in de Tweebrugfe
Achaatbreuken, by Uzenbach en by Wolfen-
ftein in Saxen aantreft.
KryftaT Alsdan zyn het dikwils maar enkele Punten
o f Pieramieden , zonder Kantzuil, komende
naby aan de zwarte Kleur o f geheel zwart zyn-
de, hoedanig Zwart Kryjlal men uit Oostin-
die krygt , dat by fommigen, in ’t byzonder,
Morton geheten, wordt (t). Volgens W a i -
lerius zou daar toe het Kwartzig Aluin van
buiten zwart, van Linn^ üs ^), behooren.
Echter merkt zyn Ed. aan, dat menze zelden
dus van een agtzydige Aluinfiguur, maar doorgaans
zeskantig, volkomen zwart, half of ge-
heel ondoorfchynende aantreft.
Ondoor- Het ondoorfchynende Krydal, waar van
fchynen onzg j^j^er nog jn ’t byzonder eene Ver-
fcheidenheid maakt (w), komt van allerley
Kleuren voor; gelyk ook daar van reeds is
ge-
(t) Cryftallus Colorata nigra. Morion. Walt.. Syft.
Min. b p. 232. Fluor fubniger Worm. Iris Coloris An-
thracini. L u id .
(v) Alumen Lapidofum, Quartzofum, exterius nigrum.'
Syft. Nat. p. 102.
(jv~) Niirum Fluor opacum, Syft. Nat. uts. 1.
gefproken. Die alleenlyk meteen Korst over- Ar’D,'EELé
toogen zyn, behooren eigentlyk niet tot het- VI.
zelve; maar die van binnen geheel Wolkig SXUK.
zyn, kunnen ’er toe betrokken worden. Melk. KryftaU
wit is het gemeende, gelyk ik daarvan een
fchoone Kwartsdroes heb, uit Derbyshire in
Engeland, met Yzerdof befprenkeld. Zo heb
ik ook een ondoorfchynend witte Krydal-
Pieramiede , met een gedeelte van den Kantzuil
, regelmaatig zeszydig, van Clausthall aan
den Haarts; zynde derdhalf Duim over’tkruis
en twee Duimen hoog. Het komt van allerley
figuuren voor, zo wel als de roodachtige.
en hoogroode Krydallen , hoedanig die zyn
van de .Barbaryfche Kust, waar van ik heb
gefproken , doorgaans tweepuntig. Ondoorfchynende
zwarte vallen enkeld in Bohe-
men, en in Sweeden Bruine; die aan de kanten
flegts wat doorfchynende zyn, vindt men
los in Provence en in Jt Markgraaffchap Baden.
Hier zal misfchen dat hruinroode Kryftal,
’t welk uit den rooden zwartachtig was, naar
gedold Bloed zweemende, kunnen t’huis ge-
bragt worden (V). Dit, meent men , was de
Alabandiner Steen, van P L 1 ni ü s , die in Klein
Afie gevonden werdt, en tot Glas gefmol»
sen. Mooglyk zou daar toe de Afchentrekkèr
bet
g i
P i ,
m \
0 0 Cryftallus Colorata rubro - fusca. Wall. Syst,.Min,
I. pi 232. Lapis Alabandmus. A lproy.