Afdeel.
Li.
H oofdst
u k .
Het Dier.
Tl. CXXi
ft?? 5.
| <56 B E S C H R Y V I 0 G V A N
Die Hoorens, welke wy Mujiekhoorens noemen
, zyn kenbaar aan eene Tekening , naar
Mufiekpapier met Nooten gelykende. Men
vindt ’er in welken ’t een en andere zeer re-
gelmaatig plaats heeft. De evenwydige Lyn-
tjesj die twee Banden maaken om de Hoor en,
met vierkante Blokjes, als Nooten, daar boven
en onder, en tusfchen beiden een reeks
van Stippen , die eenigermaate naar de Woorden
van ’c Mufiek gelyken; dit alles flrookt
taamelyk met de benaaming. De zodanigep
zyn vry dik; doch daar komen ook Hoorens
voor , die men Mufiekhoorens noemen kan,
hoewel zy langer en hooger getopt z yn, eri
enkelde vindt men met een breeden bruinen
Band. Dat deeze altoos de Spil met agtPlooijen
hebben , durf ik niet verzekeren, hoewel z y
"er doch naby komen en de Lip is altoos dik.
De knobbelagtige Punten aan de Gieren zyn
doorgaans flomp, en die langwerpige zyn zeer
weinig geknobbeld.
V an de regte Mufiekhooren , die uit de
Westindiën komt, geeven wy op Plaat CX X ,
in Tig. 5 , de Afbeelding met het Dier daar
in , volgens »’A r g e n v i l l e . Deeze Heer
heeft, wel is waar , een ander flag van Hoo-
ren, naar eene Vaas gelykende, tot een voorbeeld
gefield, doch bedoelt niettemin ook deeze.
, , Het fchynt (zegt hy , ) dat het Dier
, , van de Rotshoorens een zelfde zy als dat
„ der Dadelen en Topten, Die (welke hy
„ dan
DE V o L U I f T Ï H . 1
M dan af beeldt,) genavelden bezet zynde met
„ dikke Knobbels, is bedekt met een taame- LI<
, , lyk dikke witte Korst, welke de verfcbei- Hoofd-
„ de Schemeringen verbergt van de verfchil-STUK*
, , lende Kleuren , die haaren Rok verfieren.
„ Zodanig eene is , by voorbeeld, de fchoone
„ Mufiekhooren. De Grondftfeun, op welke
, , hy kruipt, is Vleezjg, en zyn Mantel, zig
„ omkrommende by het komen uit de Schaal,
„ formeert een Buis die ver uitfpringt. ’t Ge-
, , ne dit Schulpdier byzonders heeft, is zyn
„ Kop en Hals, welke by uitflek dik zyn;
,, de Oogen haar zulks geproportioneerd, en
„ zodanig verheven , dat zy meer dan een
„ Lyn uitpuilen. De Koorentjes zyn aange-
„ hecht op de Ribben van een Koord, die
, , een foort van verheven en gezwollen Zoom
„ maakt, in zyne geheele uitgeflrektheid. Aan
j, andere Schulpdieren zyn deeze Ribben * * Hoorntjes
„ doorgaans Puntig: hier zyn zy rond, plat-
,, neuzig, en veel dikker aan haar Enden danwillen'
„ by den oirfprong van haar aanhechting.
„ Niets, gelykt beter naar den Stamper van
, , een Vyzel. De Snuit van dit Schulpdier
„ maakt een halven Cirkel, die getand is , en
„ het bovenfle wordt ingecomen door een
,, zeer wyden Mond, in zyn omtrek ruuw
„ zynde als Sagryn. Aan het onderfle van de
,, Laag ziet men een langwerpig Dekzeltje,
„ dat eveneens geplaatst is als in de Rollen
L 4 „ en
1, De e l . XVI. Stu k ,