VI. fpreekwys , van iemand een Hart onder den
Afd e e l * j^jem te fteeken. Die flerk geknobbeld zyn
hoofd-“ en groot, worden dubbelde, de anderen en-
sttuk* kej^e oliekoeken genoemd. Hier van komen
’er vo o r , die meer dan een Vuist groot zyn.
Zo zy zwarte Vlakken op de Knobbels hebben
, dat doch zeldzaam gebeurt, dan heet
men ze Oliekoeken met Rofynen, en anderen,
die deeze Vlakjes kleiner hebben , met Koren-
ten. Deeze benaaming heeft eenige overeenkomst
met de Geftalte. Zy vallen in Oost-
indie.
D x x x . (530} Stekelhooren , die de Schaal met een
Murex menigte van byna beartlingfe Naaden
% £ & geknobbeld, de Rug van agteren zonder
ten‘ Knobbels en gejtreept, de Opening Tandeloos
heeft.
De aangehaalde Afbeeldingen zyn hier zo
fchrikkelyk verfchillende , dat ik naauwlyks
begrypen kan, welkeHooren L in n a su s be-
doele: doch zyn Ed. heefc A d a n s o n in dee-
zen nagevolgd, die ook de twee gedagte AfbeelfS3°
) Murex Testa Vaticibus fubalternis numerofo-tubercu-
lata, Dorfo postTce mutico ftriato, Apertura edentul^. Sysn
Nat. XII. R O N D . Test. L p . 88. C o l u m n . Aquat, T.,
53, B o NANN. Reen Hl. % 289, » 5. L I S T . Conch. T.
SS5- f. a7 , - 3 i , 32. A d a n s . Seneg. 1. T- 8. f.12 . SEB,
Kab. III. T , 51. f. 2 9 . 31. ;RUMPH. Rar. T. 49. f. H.
G U A L TH , Test. T. s o . f . A, KNORR Verzat*. VI.D. t l
14. F. 6«
beèldingen van B o n a n h i aanhaalt, waar VI.
van de eene, volgens V a l e n t y n , een Voet- l iv !’*
hooren is , de andere, en wel de eerfle, een Hoofd,.
vreemde Soort van Oliekoeken,,met een bree-stuk.
de Lip en met groote dwars-Ribben, hem onbekend,
fchoon uit Indie afkomftig. Ik geef
9er, derhalve, den naam van Marshooren aan,
die ook wel aan de Oliekoeken gegeven wordt.
De aangehaalde, immers, uit R u m p h i u s ,
welke I moet zyn, niet H , is een ongemeene
Oliekoek-Hoor en getytekl. A danson betrekt
tot zyne Vojet, de Buccinum van R o n d e l e -
t i u s , welke die Autheur leCor de Mer noemt,
dat is de Zee-Blaashoorn; gelyk men zegt Cor
de Chasfe3 dat is Jagthooren. Hy getuigt 'er
van, dat z y , wat de uitwendige gedaante aanbelangt
, ongemeen verfchillende is , naar de
grootte. Men vindt ’er , die in de volwas-
fenheid agt Duimen, en anderen, die maar één
Duim lang zyn. Het Haairige Vlies, dat haar
bekleedt, raaken zy dan geheel kwyt. L in -
Nzeus fielt de woonplaats in de Zuidelyke
deelen van Europa, in de Middellandfche en
Afrikaanfche Zee.
f5 3 0 Stekelhooren, die de Schaal met dikke dxxxt.
Voethoo-
(S 31) Murex Test<l Varicibus decusfatis trigona rugo(a,ren,
antice noduïofa , Apeitura edentulS , antice transverfil. M, L .
V. ÓSO, N, 300. GREw. Mus. T. I I, £ 7 , 8, I I ST. Conch.
T 4 T.
I. De e l . XVI. Stuk.