VI* zeer groote rónde Lip , aan 't L y f en
AA« dera Top met Kegelvormige gaapen-
H oofd*. de Punten gekroond heeft.
STUK.
Tn ’t Kabinet van de Koningin van Sweeden
bevondtzig, dat te verwonderen is, nochdee-
ze noch de voorgaande Soort; des ook de Kenmerken
meest uit Afbeeldingen fchynen opgemaakt
te z y n , inzonderheid ten opzigt van
deeze laatfte, wanneer daar van gezegd wordt,
dat zy een zeer groote ronde Lip heeft. In de
aangehaalde is dit niet blykbaar, en die, welke
fommigen ook Getakte Switzers - Broeken noemen
, hebben de Lip gantfch niet groot. Zelfs
fchynen die, welke men Roozekleurige VleugeL
hoorens heet, tot deeze Soort/ betrekkelyk te
z yn, hebbende zo wel Knobbels op het L y f
als aan de Gieren, 5t gene ik in de eerstgemel-
den niet waarneem. De Kleur van binnen is
levendiger en fchoonder Purperrood, naar dat
’er het Dier frisfcher is raitgehaald. Ik heb zo danig
een Kroonhooren van een Voet lang , met
tien Verdiepingen o f ryën van Knobbeltjes tot
aan den Top. In deeze is de Lip niet rond en
fteekt maar weinig uit.
Het nier. A d a n s o n merkt aan, dat de Jonge Vleu-
t i cxxm. geihoorens in ’t geheel geen Lip hebben enTol-
rondagtig zyn ; weshalve zy door de Autheu»
ren, verkeerdelyk, tot onderfcheide Geflagten
zyn betrokken. Een dergelyke Hooren fchynt
die te zyn , waar van de Afbeelding op P laat
CX XUI,
C X X I I I , met het Dier daar in, uit myne Ver- Vfc
zameling is gegeven. Dezelve heeft eenefchoo- 1 l\Eu , ’
ne Appelbloefem - Kleur, 'doch de Punten zyn Hoofd.
meest wit, en de grootfte, gelyk hierduidelyk stuk.
blykt, nog onvolgroeid. Ook heeft dezelve
de Lip zeer dun. Men zou ze een onvolmaakte
Laphooren kunnen noemen. Zy gelykt veel
naar de Murex Marmoreus van R o n d e l e t iu s ,
welke voor de Purperhooren der Ouden gehouden
wordt. Het Dier, dat dan de Purperjlak
zou zyn, komt grootelyks overeen met de be*.
fchryving, welke ons R u m p h i u s geeft van
de Slakken, die in de Vleugelhoorens zig onthouden
, en in ’ t byzonder met het Dier der
zogenaamde Krabben *. Want, fchoon dee- * zie
ze Slak zig niet in Lappen verdeelt,om de hol- adz*2+7*
ligheden der Takken te vullen, fteekt zy-doch
een lang Vingertje uit, dat van boven gekloofd
is , om tot Mond te verftrekken, en daar agter
liaan twee Heorentjes met ronde harde Oogen
aan ’t end, hebbende ieder, bovendien, een
foort van Klaauwtje. Van agteren is een der-
gelyk deel , als in de Wulken.
. Wel allerduidelykst vertoont z ig , in deezeDeszeifs
Afbeelding , het Zwaardje, daar de Vleugel-Zwaard-!s>
hoorens mede fehermen, van het welke reeds
verfcheide maaien gefproken is. W y hebben
gezien, dat fommige Hoorens zulk een Dek-
zeltje o f Luikje in ’t geheel niet; dat anderen
hetzelve zeer klein en rond; anderen, wederom,
R 4 groo