YI# De Schaal van deeze is groen,' gebandeerd
A f p e e l . met Bloedkleurige Stippen. Zy onthoudt zig
TT^ * in de Middellandfche Zee.
HOOFDSTUK.
, ,■ '
Dxcii. (592) T o l, die de Schaal Cylindrifch genai-
Trochus, veld en Kegelvormig verhevenrond heeft,
ris. met de Gier eemgermaate getand.
Navelilak.’
Deeze fchynt veel naar de PeiTpe£lief-Hoo-
ren te gelyken, die men ook wel Navelilak
genoemd heeft. De Schaal is gemeenlyk Roestkleurig
gewolkt: de afkomst uit de Middellandfche
Zee.
(593) T o l , die de Schaal genaveld en KegeU
vormig verhevenrond, de Gieren Doorn-
agtig gejlraald3 de Opening half Har t-
vormig heeft.
In dit Geflagt begrypt L innzeus niet alleen
de Groote Zonnehooren, maar ook de mt ■ ■
kleinen , die men gemeënlyk Spooren noemt,
in ’t Franfch Eperons. Van deeze laatften zyn
’e r , volgens R ü m p h i u s , Verhevene als de
Aly-
($92) Trochus Testa cylindrico umbilicata conico-convexa ,
Anfra&u fubmarginato» Syst, Nat. XII.
f 593) Trochus Testa umbilicata convexo conicd, Anfraftibus
Spinofb.radiatis, Apertura femi-cordata. M. L. U. 645. N 328.
B o n a n n . Recr, III. f. 3««, 367, mala, Zonnehooren.
R u m p h . Rar. T . 20. f. K. A r g e n v , Conch, T. 9, (6)
f . R. G u a l t h . Test. T. 65. f. N , P, K n o r « Verzam.
III. D. Pi* 29, f. i v 2 : v l . D, PI* 26.
pXCIII.
Trochus
Solaris
Zoimehooren.
jjjUykruiken, en Platte, die volmaakt naar het VI.
jË Radje van een Paardefpoor gelyken. De Groo- AFd>“ L*
1 te Zonnehooren, hoedanig ééne ik ’er heb van H oofd.
I twee Duimen middellyn , is veel zeldzaamer stuk .
■ dan de Spooren o f kleine Zonnehoorentjes,
E die veel langer Punten hebben. Men vindt
E ook dergelyk ilag van Hoorens, als de groo-
I te, doch zonder Punten en hooger getopt o f
■ verhevenronder. De Navel-Opening is gantfch
■ klein/ doch zigtbaar, in dezeiven. Z y komen
I uit Oostindie, en men gebruikt aldaar het
■ Dier tot Spyze. I II. Die de Navel gèflooten hebben en
overend Haan.
( 594) T o l , die de Schaal niet doorboord heeft d x c iv ,
en Kegelvormig verhevenrond, den Grond-
Jleun met een Eeltagtige Bult, de Ope- Buitflakje. I ning byna Hartvormig.
Hier worden die kleine gladde Slakhooren-
tjes bedoeld, die meestal groenagtig zyn, en
fommigen fraay Roozekleudg, van grootte als
de Prins Robberts Knoopen o f Roode Meir
IHoorentjes en ook veel kleinder. Z y kómen
uit Oostindie, doch men vindtze, volgens
L in -
f 594) Trochus Testd imperforatd conicoconvexa, Bafi gib-
I bóib-callofa, Aperturd fubcordata. Syst. Nat, XII. PET, Gas,
T. i.x,fv 6. G u a l t h . Test, T. 65. f, E , P , G, K n o r r
Verzam. VI. D, Pl. 22. f. 7,
i . De e l , x v i . Stuk,