v i »5 iïegts, van den Kop af te rekenen, tot eetï
Afdeel. „ derde deel van zyne langte metPooten was
LX1V. m voorzien, Aan dat gedeelte telt men vyf-
!tuk!D" » MR [zeventien] Ringen, die ieder op zyde
, een paar Pooten hebben. • Het Dier komt
„ door behulp van deeze Pootjes uit de Schaal,
daar het ander gedeelte van zyn L y f in
j, b ly ft, en zyn Kop vertoont z ig , onder de
,, gedaante van een langwerpig Halfinaantje f
„ voor aan den eerftpn Ring. D^eze Kop is
„ zeer klein, en heeft van onderen een loodje
regt Streepje, dat den Bek maakjt, die mee
,, verfcheide ryën van Haakswyze Tanden is.
„ gewapend. B y is omringd met vier Hoor-
,, nen, die van elkander, wyken en elkander
„ naderen.” Dit zullen de, gedagte Nypers.
en Voelers zyn, „ De twee derden van het
Lighaam, die niet uit de' Pyp konjen, zyn
„ effen en glad, en de Ringen, die hetzelve
3, famenftelïen, zo fyn , dat menze naauwlyks
,, kan onderfcheiden. Dit gedeelte ? vol van
„ Ringen, is- op zyne kanten donl>er w it, het
' overige is bleekrood, wordende in de, ge-
„ heele langte doorloopen van een groot Bloed-
,, v a t , welks fcherpe Kleur door de Opper-
„ vlakte heen fchynt en dezelve rood maakt.
, Het is te vermoeden , dat deeze Wormen
„ gemakkelyk uit hunne Pypjes komen, om
„ hun Aas te zoeken: men wordt inhunmaak*
3, zei niets gewaar, ’c welk hun zulks zou kun-*
,, nen beletten” (*)• ^e '
JZéven Soorten kómen in dit Geflagt voor, VI.
Waar ondéï twëe uit'de IndISh, en ééne van
de Kaip dér Goéde Hope ; drie uit de Zee Hoofd-
1‘óndöm ons Wereldsdeel afkomftig. Voorts stuk1.
vindt men ’er nog ééne Soort onder, die on -Sooitsn*
gemeen klein is , voorkomende in de Staande
Wateren van Europa.
(808) Zandkoker, diedeSchaal op tig ze lf,
lós en vry, enkelgekromd heeft, be-fcrupff,*.
ftaande uit glinjlereitde Linsvormige
Korreltjes.
Deeze, in de Indiën huisvestende, heeft de
Schaaf Elsvormig , Romp , taamelyk krom ,
van dikte als een Zwaanen Veder Schaft efi
daar bövéh; famengêfteld uit LinsvormigZaad,
dat wit en gepolyst is ,• ch van egaale grootte.
(809) Zandkoker, die, de Schaaj op zig ze//, pcccnt.
los en vry, enkeld, gekromd heeft, be-
Jiaande uit bruine Zandagtige Korrel* ^ korts •
tjes.
In de Noordet -Oceaan'i op diepe plaatfen,
onthoudt zig deeze, volgens J. G. K önic .
Zy
(808) Salclta Testft folitaril TibèrS fiinpïlci curvatS, Granii
tentiformibus nitidis. Sysi, Nat. X!I. Gen, 335* Sp. i ,
(809) SaMla Testa IbUtatii libcra fimplici cmfatS, GianiS
Arenacèis fuscis. Sysi. Nat. XII.
Q q 2