r ■ VI. germaate Spiraal getopt, Heeft, Muit*
^ vaal met twee flaauwe Banden, de En-
Hoorn- den geel met twee zwci/rte Vlakken.
STUK«
De Kleur van deeze is , volgens G u a l -
TH iE iU j glanzig bruin, volgens d’A rgiïn-
v i l l e grysagtig. Hy noemtze la Souris, dat
is de Muis, dewyl zy ook als twee Obgen
aan het end heeft, die zig helder veftoonen.
A d a n so n merkt aan, dat z y van onderen
witagtig is , van boven Muisvaal en aan dé Enden
roodagtig, met twee zwarte Stippen. Men
vindtze , volgens B o n a n n i , veel, aan de
Kust van Napels en Sicilië, alwaar zy Porcelet-
ta getyteld wordt'*
cccxxxvL (336} Porfeleinhooren , die de, Schaal eeni-
Cypr*a germaate Spiraal getopt heeft met geelagtige
Stippen, en de Enden bruin ge-
- vlakt, niet eene rosfe Mond-opening.
Dé Vlakkigheid, haar die der' Kivits-Eijerén
gélykende, heeft dén bynaam gegeven aan deeze
S o o rt, die oök maar dé grootte van eeü
Duiven-Ey o f daaromtrent hadt, in het Exemplaar
van de Koningin van Sweedèn.'
6 3 7 )
mitatibus luteris nigfo-bimaculatis. Syst, Kat. XII, Gu al th .
Test. T . 13. f. I. Bonann. Recr. III. T . z$ l. Souris. Au*
GENV. Concb. T . 21. (iS ) f. C. ADAMS. Seneg.l.T.5, f. D.
( 3i 6) Cypraa Testa iubturbinata maculata punftis lutescen-
tibus, Extrémitatibus fusco-niaculatis , ’Eauce rufS. M .X . U»
552. N. i8tf. Pe t . C a z t T ,$ £ f, 13. FerZam'/
IV. D. PI. j». f, 6,
VaKelJi.
l|ivitsfioorea.
foty) Porfeleinhooren , die de Schaal eeni- VI.
'OJl / ■ i ziFDEEI
germaate . Spiraal getopt heeft en wit,
met Elsagtige Tandjes., HOOFDSTUK.
Deeze Soort, in het Sweedfche Exemplaar CCcxxxyii*
ïlegts de grootte hebbende van een Mosfchen-
Eytje , behoort zekerlyk onder de kleinlten stherp-
van dit Geflagt. Men zal ze by ’t Specula-
tie-Goed moeten opzoeken,
C338J) Porfeleinhooren, die de Schaal Spiraal cccxxxvm.
‘getopt, Eyvormig, graauwagtig rood^lltiu.
gegolfd en flaauw gebandeerd■ heeft. üunfciml.
Deeze is veel gróotef, ja overtreft de, groot»
te van een gemeen Hoender - Ey , doch tévens
zeer, broofch o f dunner van Schaal dan
de meelte overigen ; weshalve men ’er den
naam van Dunfchaal aan toege-eigend heeft.
In Geïïalté zweemt zy anders veel naar de
gewoone Getygerde Kliphoorcns, doch heeft
haar afkomst uit de Middeliandfche Zee.
II. Stompe, die geen falykbaare Spits hebben
( 335»)
f 337) Cypr&a Tasté iubturbinata a lbl, Deuticulis liibuta-
èis, M .L . u. 570. N. 187.
(338) Cypr&a Testü turbinata ovata glaucR , Testaceo-undara
fubfascïata, M, X. U. ,70. N. 188. R o n d . A q .T l. p. 102.
G UAL TH. Test. ‘f . i(5, f. Q, K.NORR Vtrztim. VI. D.
PI, 18. f. 2,
G