VI.
agting de Stoffen , daar mede gekleurd (*),
1 ’t is blykbaar dat de Ouden zelf zig ten op-
zigt van de Schulpdieren, welke dezelve uit»
leverden, in groote onzekerheid, bevonden.
Sommigen hebben de Conclvylium , Murex en
Buccimm , als altemaal dèrgelyke Verw uitgee-
vende, met de Purpura verward, o f ten min-
fte niet behoorlyk onderfcheiden. Anderen
neemen doch Murex en Purpura voor een en
’ t z e lfd e , •als beiden met Stekels voorzien
zynde. A r i s t o t e l e s verhaalt, dat men in
de Noordelyke Wereldsdeelen zwarte, in de
Zuidelyke grootendeels roode Purperhoorens
heeft. I s id o r u s fchreef, dat de V e rw , die
van de zwartagtige Purperhooren in Spanje
gemaakt werdt, Roestkleurig ware. „ Ik heb
„ wel roode Purperhoorens en zwarte, doch
„ zeldzaam mogen zien, (zegt A l d r o v a n -
„ d os , ) maar ontelbaare zodanigen als R on-
, , d e l e t i u s af beeldt, zeggende: Onze Pur-
„ perhooren is van grootte als een E y (ik
„ ontken niet, dat zy elders veel grooter
, , voorkome :) zy heeft de Schaal rimpelig,
„ ruuw, Afchgraauw en fomtyds geelagtig ,
„ fomtyds uit den groenen graauwagtig, van
,, binnen geel. Zy is met Knodsagtige Door-
A f d e e l ,
LIV.
H oofds
t u k .
„ nen,
(* ) Cutn Regia Circl convexura gradibus veneratur Purpura
vulgus. C l a u d i a n u s , Non illum Populi fasces
non Purpura Reguin» V l R G i L i u s , Vestem Purpurear»
teneris Mecasnatibus aptam, J u v e n a l i s .
nen, die ih orde gefchikt z y n , gewapend; VI.
'* weshalve P l in i u s haar Clavata genoemd
,, heeft. Van deeze Doornen zyn de eerftenHooFD-
„ klein; de middelften veel langer, en z y s t u k .
„ maaken ongevaar zeven ryën tot aan den
„ Top. De Snuit is lang, als een Pypje uit-
„ gehold , waar door men zig verbeeldt dat
„ zy de Tong uitfteeken. Daar voor is een
„ rond- G a t , met geen Dekzeltje geflooten.
,, Hier uit blykt , hoe ver van de waarheid
,, de Aftekeningen van de Purperhooren by
,, anderen zyn, waar van fommigen de Snuit,
„ anderen den Top liebben weg gelaaten.
3, Het Vleefch van binnen, o f het Dier, komt
„ met dat der andere Hoorens overeen” .
B e l e o n iu s fehryfc aldus,.. , , De Schaal pDerei iaPKu*r.-
„ der Purperhoorens zou volkomen naar een
Slakhooren gelyken; indien zy niet geknodst
,, was, en aan de zyde een Kanaal, daar het
Dier zyn Tong uitfteekt, hadde. Het ver-
, heft zyne Hoorens gelyk de Slakken , en
kruipt op de zelfde manier, zig den Weg
wyzende met die Hoorens. Het heeft een
ll T o n g , uit een Buisagtig Pypje aan de zy-
„ de voortloopende, welke aan dat Réltagti-
3, ge deel kleeft; waar mede het Vleefch ge-
, , hecht wordt aan de Schaal. Dit Vleefch,
3, nu , is zekere fterke witte Spier, aan ’t
3, midden van de Schaal verbonden; waar door
„ de Pufperflak, als door behulp van zeker
„ aan