VI.
Afdefx.
LIV.
Hoofd.
STOK»
agtig heeft , met regie Doornen , de
Staart middelmaatig, Elsvormig regt, -
met Doornen fclmins omgeven,
Deeze kan men , tot onderfcheiding, met
regt de Gedoomde Snippekop noemen. Zy vep»
fcbilt, volgens L i n n te u s , door twee o f drie
ryën van Els vormige Doornen om het L y f te
hebben, o f twee ryën van Kegelagtige Doornen.
De eerst aangehaalde van B o n a n n i ,
zynde de laatstgemelde , was van het Afri-
kaanfe Strand en rond van L y f ; de andere uit
de Middellandfche Zee ; die van G inannx
uit de Adriatifche o f Golf van Venetie. Dee-
ze was wit van Kleur : de eerstgemelde Been-
agtig, wordende in de Spaanfche Zee fomtyds
bruin gevonden, en zeldzaam zwartagtig
blaauw, zo-B o n a n n i meldt.
ÜXXIX.
Jlfure'x
*.Trunculus»
Hoot;-
fiaart.
(52a) Stekelhooren die de Schaal Eyrond
heeft
Kat. XII. Murex Purpura. R ond. Test. 64, Bo N a n N. Recr,
f. 281. ( y ) 282. RUM P H. Rdr. T, ïö. f. 4. ( y )
GU A L TH » Test. T . 30. f. F. ( 0) R e GEN F. Conch. 20«.
T . 6. f. 67. P e t . G a z . T. G8. f, 12. G i n a n n . Ad.r, ir.
T . 8» f. 6 1 , 62. KNORU Vcnsam. II. D. PI. 18, f. 1 , 2:
PI. 22. f . 4 , 5-
( s 22) Murex Tcsia ovaii nodofd, anterius Spinis cincla ,
Cauda breviore truncatJ psrforata. M. L. U. (127. N. 294.
C O L U M N . Purp, T. 13. f. 1. B O N A N N. Recr. III. f,
274, 277» t.71. GUALTH. Test. T. 31. f. C. A r o F. n v .
Conch. T . 19. f. G. ? KLF. IN OJirac.T. 6. f I04. KNORR
Vsrzam. III* T), Pl. 9. f. 1 : Fl. 13, f, 1, V. D. PI, 13, f»
4 : Pl. 19. f. 6. •
heeft en knobbelig , van voor en met Vb
Doornen omringd, de Staart korter, “*
geknot en doorboord. H oofdstu
k •
Volgens de aangehaalde Afbeeldingen moeten
hier de Purper• en Brandhoorens , zo wel
als die men Hoogjlaarten noemt, en mooglyk
ook anderen , inzonderheid de Ongetakte bruine
Krulhoorens , die de Mond-opening geel
hebben,. t’huis gebragt worden; zynde dezel-
ven • uit de Middellandfche Zee , en uit de
vVestindiën, afkomftig. In deeze allen is de
Staart kort , dik, en meer o f min opgewipt,
doch de Hoogftaarten hebben zulks by uitnee-
ttiendheid , en zyn ook met dikker fterker
Doornen aan den rand . van de groocfte Gier
bezet. Het fchynt my toe , dat ’er een aan-
merkelyk verfchil tusfchen de ê.én en andere
zy.
JI. Die de Naaden met Gebladerde Takken
verfierd hebben, welken men ge-
meenlyk noemt
P u r p e r h o o r e n s .
Naauwlyks zal men iets-vinden , dat in de
oude tyd vermaarder geweest en hedendaags
onbekender is , dan de Purpura. Doch hoe
vermaard ook die Verw was en in hoe veel
S y ag-
I. DEEL, XVI. STUK»