VI.
.Afd e e l .
L X I I .
H oofd-
STÜKi
bcc cv.
Serpula
f ’cinï.cahx*
ris.
Slangepyp.
de Grond, maar aan zodanige Klippen die
' „ vol Kuilen zyn en uititeekende Knobbels
j, hebben y daar zig deeze Slangetjes om win-
i , den, met defi Mond zig vast zuigende aan
,, de Klippen.” Die Knobbeltjes zouden dan
de gedagte Leedjes vertoonen; By G u a l -
THiERi vind ik, ten opzigt van de aange-
haalde Figuür, alleen van zwarte Stippen melding
gemaakt.' In ’t Exemplaar van ’t Sweed-
fche Kabinet wordt gefproken van een naauwe
Spleet overlangè, doorgaans aan een gefcha-
keld, en als met Gaatjes doorboord. De groot-
te is niet alleen zeer verfchillende, maar de
Buis ook fomtyds hoekig, fomtyds rond; zo
L innteus aanmerkt.
(805) Wormbüis , die de S ch aa l S p i lr o n d ,
J'pits u ithop en de , krom en gérirripeU
h e e ft .
De Heer E llis Heeft, in dé van hem aan gehaalde
Afbeelding, niet bedoeld een byzondere
Soort van Wormbuizen voor te Hellen. Hy
fpreekt ’er dus van , , Fig. 2. vertoont één
„ tan dié Buisagtige Schaal Wormen, welke
„ men in menigte, op onze Kusten , vindt
„ vast zitten aaq andere Conchyliën, en dik-
„ wils 805
(805) Serpula TestR tereti Subulata, eurvatR, rugofa. Syst.
Nat. XII. Tubus Vermicularis, E L i-. Corall, T, J-8. f . av
K n o s u Vtrzam, V. D. Pi» z zr f. i.
l, wils ook in Klompen vereenigd, dié uit haar V I ,
3, eigen Schaalen famehgefteld zyn. Fig. S is * £ ^ 7
„ het Dier, dat daar in zyn verblyf houdt en hoofd-
„ van Hét flag der Duizendbeenén fchynt te stu k .
„ zyn. „Het . heeft twee .Armen, die ieder
„ voorzien zyn met verfcheide Klaauwén, aap
„ de bovenkanten met Franje bezét. By de
tfi inplanting vain den flinker Arm ziet men.
„ zig een Figuur verheffen, die naar een reg-
,, te, Trompet g e ly k t, welke den geheelen
„ Rand met Tandjes heeft. Aan de andere
9, zyde is een klein Buisagtig.regt Figuurtje,
„ e e n weinig gezwollen en. riaby den Top
„ fpits. Het deel, dat in de Schaal beflooten
„ is , gelykt naar een uitgeftrekte Bloèdzui-
„ ger; maar, het gene de fchoonheid van dit
„ Dier vermeerdert, fs, dat zyne Kleur dep
„ volkomen Glans heeft van hét fchppnfte
; , 'Scharlaken, dat men zig. kan verbeelden.”
Zo dat .dit Dier dan. aanmerkelyk, niet alleen
van die van p’A r g e n v i l l e , maar ook
van die van R ü m p h iu s , fchynt te verfchil-
len; en waarfchynlyk zou men uit het onder-
fcheid deezer Dieren, .indien zy allen bekend
waren, béter het verfchil der Wormbuizen
dpmaaken kunnen, dan uit derzelver Geftalte
en Grootte, Hoe ’t z y , tot deeze Soort fchy*
nen my een Soort van Zwarte Wormbuizen
hetrekkelyk te zyn , welke men, wegens de
Gedaante , met regt Drollen zou kunnen noemen
o f Wormdrollm , van buiten gerimpeld,
, O e van
1. DeÈI. XVI, STUK,