. mende. By het voor-End hebben z y , zo wel
l x 'als de volgende, in plaats van Spitsje eenein-
H oofd- drukking, gelyk een Navel , welke haar dan
stuk. Genaveld maakt. De Schaal heeft de grootte
van een Duim; zy is Van onderen zwartagtig,
van boven wit o f Amethystkleur met twee
geelagtige Banden.. Zy vallen in Oqstindie.
cccxLvii. (347) Porfeleinhooren, die de Schaal gena-
cilndtfli yeM heeft, met zeer fyne geelagtige
na. dwars - Streepjes, doorgaans famenloo-
Verboree- JpBTlwd 9
Dit Porfeleintje, niet grooter dan dezoge*
naamde Ezeltjes o f Pisfebedden, is door J.
Z oega waargenomen. Het heeft de Schaal
glad en Loodkleurig, met een o f twee bjeeke.
Banden, van onderen wit en ongevlakt.
eccxt-viii. (348) Porfeleinhooren , die de Schaal gena-
fKcMïa. veld heeft, niet de binnenfte Lip aan
Beknopte. ieder End gerond.
Deeze is kleiner dan een Duiven-Ey, broofch
van Schaal, langwerpig, Eyvormig, roodag-
t ïg , met twee Streepswyze witte Banden.
(349)
(347) Cypraa Testa ümbilicata, lineis ttansverfis fiibtilisli«
mis flavescentibus, pasfim cencutrentibus. Syst. Kaf.XII.
(348) Cyprd.a Testa ümbilicata, Labio interioie utraque ex«
tremitatc rotundato. M. L. U. 575* N. 197«
d e P o r s e l e i n h o q r b i ï s . 105
C349) Porfeleinhooren , die de Schaal gena- ^ VL.
veld heeft, van onderen geel met bruine XL1^#
Stippen , aan de Enden twee bruine Hoofd-
Vlakken hebbende. • STUK- -
CCCXLIX,
1 Cypr&a
Deeze heeft maar de grootte van een Most Zkzac. \
fchen-Eytje. Zy is van onderen geel met zwar* G^olfde<
te Stippen, van boven witagtig met bleeke
Golfswyze Streepjes; van agterep uitpuilende
en wederzyds bruin.
( 35° ) Porfeleinhooren, die de Schaal gena- c c c u
veld , van boven blaauwagtig , aan de 9V r*%0
Enden met twee bruine Vlakken heeft, zwaluw.
Z y is niet grooter dan de voorgaande Soort.
Van deeze vier Soorten wist L i n n ^eus de
woonplaats niet,
(351) Porfeleinhooren, die de Schaal gena- CCCLTV
Veld CyprAo.
Afellus,
(349) Gypr&a Testa ümbilicata , fubtus lute4 Pun&is fuscis, EzeltJc’
Extremitatibus Maculis duabus fus«is. M. L . U. sf j . N. 198.
B o n a n n . Recr. III, T. 241. Concha Veneris undatim de-
pifta. L i s t Conch. 4. S. 9. C. 3. T. 1, f. 1. P e t ... Gaz. T. ,
l ï . f. 7. SEB. Kab, III. T. 15. f. 19. » . b , e,d- KN oR R
Virzam. VI. D. f l . 17. f* 5.
(3jo ) Cypr&a Testa ümbilicata, fupta cauulescente, extre-
piitatibus Macièlis duabus fuscis. M. L . U. 576. N. 199. P e t .
Gaz, TV 30, f. 3.
(351) CyprAa Testa umbilicatü alba, Fasciis tribus fuscis.
M. L. U. 577. N. 200. B oN AN N. Recr. III. f» 236. BARREL.
Rar. T. 1326. f. 27. Alellus. K.UMBH. Rar. T. 39»
G 5