I'i8 B E S C ïl 11 Y v I N G V A 8
VI. Dc Franfchen noemen deeze la petite Góü-
A f d e e l . raijée. Zy is by uitftek dun en ligt, met
H oof*d - eenige bruine Bandjes op oriregelmaatige af-
s t u k . ftanden daar om heen lpopende, op een gee-
len Grond, zegt b ’A h ö e n v i l l e . De aan-
gehaalde vdn G u a l t h i e r i heeft roodagtige
en zwarte Streepen overdwars, wordende in
de befchryving van ’t Kabinet der Koninginnc
van Sweeden töt de volgende Soort betrokken.
(381) Blaashooreri , die de Schaal rondagtig
heeft, met een verheven jiompen Top en
Vleefchkleurige Banden.
Uit de befchryving van ’ t gedagte Kabinet
b lyk t, dat dit Exemplaar wit van Kleur was
met donkerer Spiraale Banden, tusfchen welken
beurtlings een witte en Vleefchkleur plaats
hadt. De grootte worde niet gemeld. Het
was uit Oostindie afkomftig.
c e e tx x x ii
Bulla vim*
& ■
bandje.
CCCLXXXU,
Bulla
ficus.
Spaanfche
v yg.
(382) Blaashooren, die de Schaal Knodsagtig
(381) Bulla Testa iubrotunda , Spira elevadt obtuia , Fasciis
incaruatis, M. X« U. 587. N. 212.
(3'jx) Bulla Testa obovato-clavati reticulato-ftriata, Cauda
exferta, Spiri obliterati. Syst. Nat. XII. Murex Ficus. M.
Jj, Ü. 637. N. 3H. Ju 1 sT. Conch. IV. S. 10. C. 8. T. 2. f.
3. IJÖNANN keer. III. T. 15. Ficus. R i imph. Rar. T.
27. f. K. PET. Amb. T, 6. f. 9- G UAL TH. Test. T
£ I , M. A R G EN V . Concb. T. 20. (17) f. Ó. Kl e in Oflrae.
T. 5. ï. 93- '$EB. Kab- in* T* ö8* f* IP* KN öaR ir>T'
Ö. Pl, ïp . f. 4, III, D, Pl. * 3, £«' r»
fi i B t a a s h ö o rt e tr-s. 129
tig fcheef Eyrond heeft en Netswyze VT.
gejlreept, met een üitgefirekte Staart, * F0£EU
de Gieren aan den Top niet verheven. Hoofd*
stuk.
Zodanige Hoorens noemt men de Spdanfchê
Vyg of enkel Vygs ook wel een.Luit, zegt
Rümphius , en fommigen geéven ’er den naam'
van Peerhoofen aan. Men ziet ligt, dat alle
die benaamingeh eenige overeenkomst met de
Geftalte hebben', hoewel men' den naam van
Peer thans aan andere Hoorens geeft, die dui-
delyker ge'topt zyn. E umph iü s fchynt geen
andere gekend té hebben, dan die donkergraauw
ó f Aardvèrwfg van Kleur waren, byna rimpelig
o f ruig, zonder Glans, en, hoewel dit laat».
flé waar i$, zo hebben wy ze thans doch niet
dlleen fchoon en zuiver wit, maar ook op een
géelagtigén Grond fraay roodagtig geftippeld
en geplekt ; des men déeze onder de. fraaije
Hoorens . rekent.. B o n a k k i geeft ’er eene
Wynagdge o f Vleefchkleur aan, met bruinag- *
tige Vlakken. Zy zyn zeef dun van Schaal en
van binnen do'nkerpaarfchkleurig Daar zyn
ook Getakte, linkfe en regtfe Vygen, doch dié
behooren tot een ander Geflagt.
C3S3) Blaashooren, die de Schaal Bolrondus-cccr-xxxm,
H , .. Bxlla
tig Rapa¥
1353.) Bulla ~Ct%iA, rotundato-turbinato-fubftriara , Cauda
c.utva, Spira exquifiti. Syst. Nat.XU. MurexRapa. M L ,
U. 638, N. 3rJ* Rapa. Rumbh, Rar, t, 27.f, F. Pet.
I .• Amh,
B i
■
3L