VI.
AFDEEL.
L.
H oofds
t u k .
cccxe,
Jjulla
Virginea,
Trilde.
die Kliphooren , waar aan ik den naam vaa
Geelfmetje. gegeven heb, De afkomst is uit
de Middellandfche Zee; de grootte als die van
gen Eikel m daar boven,
(390) Blaashooren, die de Schaal eeniger-
maate g&oorend, met de Spil geknot
en Bloedkleurig heeft,
Zekere Hoorens, van rniddelmaatige groot*
te voorheen tot de Kinkhoorens t’huis ge*
b ra g t, betrekt L 1 n n je u s thans tot deeze
Soort, Zy behooren tot de Tophoorens, om
dat z y hoog en taamelyk fpits getopt zyn:
men noemt 3e ook wel Belflakken in ’t alge*
meen, doch aan de genen, die fraay van Te*
kening zyn, wordt de naam van Prinfe Vlag
gegeven. Het Rood, Wit en -Blaauw, naa*
melyk, op dezelven, by Banden van een ge-
fcheiden , vertoont eenigermaate de Kleuren
van een Prinfe Vlag. Anderen, die een groo-
ter verfcheidenheid van Kleuren, en dus niet
alleen blaauwre, roode en witte, maar ook
gee-
(399) Bulla Test* fubtutrita erefta , ColumelIS truncata
Sanguine*. Syst, Kat. XU. Bucdnum Virgineum. M. L . U,
6 l z . N. 267. 15 o N ASH. Recr, III. T. «6. L i s t . Conch,
T. i2. P ET. Caz. T . 22, f. 7, G U A L T H. Test. T. 6. f, A ,
A R G E N V. Conch- T- i+. f* 1/ f» N. K l E l K O ft r. T. 7 » f»
II<5. SUS. Kab. III. T, 40 & 38, 39. X ïG E N ï , Conch. T.
,o . f. 4 6. (S, G U A L TH . Test, T. 6. f C. A r g e NV.
Conch. T . 14. ( l l ) f. M. SF.B. Kab, III. T . 39 f. 6 2 -7 4 *
£ N O R B Vtrzam, J. D? PI, 3P. f. 7. V, D, ?1, 25. f. 4.
?*eele en groene Banden hebben, zynde zeer VI.
fierlyk getekend; noemen wy Staaten-Vlagge- L
tjes. Beiden hebben zy het onderfte van de Hoofd-
Spil, in de Mond-opening, eenigermaate Bloed. s t u k .
kleurig o f Roozekleurig rood, en worden derhalve
flegts aangemerkt als Verfcheidenheden
van deeze Soort, die deswegen den bynaam
van Virginea voert. * Zy vallen in de Rivieren
van Afrika, zo L i n n ^eüs aanmerkf.
(391^ Blaashooren, die de Schaal Eyvormig cccxci.
heeft, met de fcheef ovaale Opening en Pla tin a ,
den Top Bloedkleurig, de Spil geknot, F ra n s e
Men geeft hier den naam van Franfche Bel-
hooren, o f St. Malofche Hoor en, (gelyk K l e in
ze gt,) niet om die reden aan, dat zy aan de
Franfche Kust vallen zouden; maar, om dat
menze uit Vrankryk eerst in Holland gebragt
heeft. De afkomst deezer Hoorens is eigent*
lyk van de Westindifche Eilanden, Z y worden
Belhoorens getyteld , wegens de Belvor-
mige Geftalte en de dunte der Sehaal, Sommigen
(591) Bulla Testi ovatS, Apeitura obovata Apiceque fan»
guineis, Columell* ttuncatS, M. L. U. 589. N. 225. Bucci*
num exoticum. C o l u m n . *4 quat. T. jó. L I S T . Conch, T .
J79. BONANN. Recr, III. T. 192. G U A L TH . Test. T .
45, f. B. AR GE NV. Conch. T, i j , f. E. K l e i W Oftrac.
T. 3 - f. 60. P e t . Gaz. T. 44. f. 7. S e b . Kah. I I I .T .71.
f. 1-5 , 7 9 * AD A N S. Sentg. 1. T, I ,f . 1. KNOSK Verzam,,
JV, D. PI. 24 f, W
I 4