VI.
A fd e e l .
LIL
H oofdstu
k .
Cccclxxv i .
Buetinum
Itf:kula-
Gerooftermy
in deeze Maand Augustus, des jaars 1771'
,, Ik heb nooit kleine levendige Wulken ge*
,, zien, dan graauwagtig o f vuilwit van Kleur,
„ Zyn zy blaauw o f geel geworden, zo is
,, zulks by toéval van bederf, verrotting enz.
,, gebeurd.”
(476) Kinkhooren, die de Schaal langwerpig
Eyrond , overdwars’ geftreept en in de
langte rimpelig heeft, met de Opening
getand.
Dit zou de Kinkhooren zyn , daar de Ouden
de Purperverw uithaalden, volgens C o l u m -
■ pii. A d an so n verzekert, dat degene, die
"hy aan de Kust van Senegal'vondt, Covet genaamd
, volmaakt met die der Middellandfche
Zee overeenkomftig waren. Deeze laatfte
noemt B o n a n n i een Turbo, die met Golfs*
wyze Gieren verlangd en ruuw is door dwarfe
Kartelingen, zo dat dezelve met een gefron-
zeld Lywaat fchynt bekleed te zyn : zynde
meest veelkleurig, fomtyds wit ofElpebeenag-
tig , fomtyds zwartagtig o f uit den groenen
ziende, Volgens Ax> a n sq n valt deeze Kinkhoof476}
Jluceinum TestI ovato oblonga transverfim flriatJ,
longitudinaliter rugofa, Apeituid dentatl. Syst, Nat. XII.
G l i A l T H , Test. T . 44. f. C , D , E. B o N A N N. Recr.
III. f. 6 a. L i s t . Concb. T. 966. f. 21. P e t . Gaz. T. 64,
f. 8. & T . 7J. f, 4. Mem. Ac ai. Paris. 1710. p. 463. T. Io,
f i s . & 1711. p. 199. T . 6. f. 9* A D A N S, Seneg. I. T, 8.
f , 5. IC N OKB Verzam. II. D. PI, 2,7* f* 3 ?
hooren, die men wel de Geroofterde mag noe* VL
men, omtrent een Duim langen een half D uim ' i j f 6*
Breed. Zyne Afbeelding maakt dezelve zeer Hoofd*
fpits getopt, en verfchilt ten dien opzigte aan*STU?»-
merkelyk met de Geftalte , zo als z y door
R e a u m u r is vertoond. Van de Kaap der
Goede Hope komen zekere Hoorentjes, die
naar de laatften zeer gelyken, alzo zy met dik
Netwerk be vlqgten zyn, en veelal bleek Vleefchr
kleurig; doch ik weet niet o f deeze een Pur*
per-Slakje bevatten, en ’t verfchil van de eerst-
gemelden, met die aan de Kust van Vrankryk,
waar van wy bevqorens fpraken * , fchynt niet * zie
groot te zyn. L i n n m u s geeft ’er flegts d e 3^ 2I8?
grootte,aan vaneen Hazelnoot, en zegt, dat,
volgens K j e h l e r , het daar in woonende Dier
pen Triton zy.
(477) Kinkhooren, die de Schaal langwerpigecccutmi;
Eyrond en glanzig , in de langte ge-^iduiZ.
handeerd met ruuwe Streepen , en de Glanzii e*
Lip van Pinnen eenigermaate getand
heeft.
Deeze, ook uit de Middellandfche Zee af-
komftig, verwisfeit zeer in Kleur en Banden,
zynde dikwils omringd met een zwarten Gordel;
f477) Buccinum Testa ovato-oblonga, nitida , fasciata Ion-
gitudinalitet ftriato-rugofa , Labio intus fubdentato. Syst. Nat.
XII. G u a l t h . Test, T. Si. f .C .K N ü I lK Verzam, V,
D. PI. 10. f. s ?
I. De e l . XVI. Stuk.