VI. Zyn ’er, die, in hoogheid van rood of Oranje-
Afdeel. geelj de f raajfte Oostindifche tarten, hoeda-
hoofd- nig eene in ’t Werk van K n o r r , benevens
stu k . den Oranje-Admiraal, is afgebeeld (*).
C3 I 7 3 T o o t , die de Schaal byna Rolrond met
overlangfe Banden heeft, welke wit ge*
ftippeld zyn. .
Deeze gelyken naar langwerpige Tooten,
zynde Kegelvormig met een fpits -Puntje ,
over X L y f , en zelfs, aan den t o p , zwart o f
Loodkleurig gefpikkeld, met breede Plekken,
die geel of. brüinagtig zyn , in de langte ge-
ilrekt. De aangehaalde van Se b a en G ual -
t h i e r i hebben geen overeenkomst met die
van R u MP H i us. In de beichryving van het
Kabinet der Koningin van Sweeden zyn op
deeze Soort de Afbeeldingen van den Oranje-
Admiraal, dien men aldaar niet hadt, aan*
gehaald.
cccxmi. (318) T o o t , die de Schaal langwerpig Ey-
Conus ^ VOT*
Striatus.
^Volkhoo KNORR Verzam. V. D, Pl. 24. f. 2. Zie ook III. D.
pl. 6. f. 5.
(317) Genus Testa fubcylindrica , Faseiis longitudinalibus
albo pun&atis. M. L . U. 560. N. * * * Voluta maculofa.
R U M P H . Rar. T. 32. f. Q_ G U A L TH . Test. T. 20. t ,
F8 SEB. Kah. III. T. 44. ^ *7. KNORR Verzam. VI. D.
Pl. 16. f. 5- '
(318; Conus Testa ovato-oblonga gibba nebulota , Stms
t-snuisCmis parallelis fuscis. M. L. U. 5<W. N. 172. Voluta
T i 1
CCCXVII.
Conus
Magus.
Geplekte
Katje.
vormig , gebult en gewolkt heeft, met VI.
zeer fyne bruine Streepjes, aan elkan- x l v i i i*
der evenwydig. H o o fds
t u k .
Schoon R u M P H i u s deeze Voluta Tigerina
o f Tygers noemt, geeven wy ’er echter den
naam van Wolkhooren aan. > Z y verfchilt, naa-
melyk, in Geflalte zeer van de Tooten, en
haare Wolkagtige Tekening maakt die be-
naaming eigen. • Door haaren Vleefchkleurigen
Grond neemt deeze Hooren den naam aan van
VEcorchée, zegt d ’A r g e n v i l l e , dat is van
Gevilde, Op deezen Grónd heeft Zy groote
bruine Vlakken, daar men wonderlykeFiguu-
ren van kan maaken, en is, over ’t geheel,
flaauwtjes gellreept. Zy -valt in Qóstindie en
aan de Kust van Afrika.
(319) T o o t , die de Schaal met geele Stree-cccxix.
Pen Textile„
Spelde
Tigerina. R u m p h . Ra r, T . 31. f . F. L ist. Conch. T. 755. werks-
f, 7. & T. 760. f. 6. G U A L TH . Test. T. 26. f. D. A R • Hooren.
C E N V . Conch. T. 16. f13) f. C. P E T. Ga z. T. 58. f. 9.
R E G E N F. Conch. 8. f, 16. S E B. K a h . III. T. 42. f. j 10,
A dans. Sen» I, T. 6, f. 2. KNORR Verzam. I, D. Pl. 18.
f. I. UI. D. Pi. 12. f, y : Pl. 21. f, i : Pl. 22. f. 4.
(319) Conus Testa Venis reticulatis luteis, Macitlis Iuteis
fuscisque. M. L . U. j6i» N. 173. R u m p h . R a r . T. 32. f.
O , P. G u a l TH. Test. T . »5. r. X, A A . B o n a n n »
Recr. III. T. 135. Panniis Aureus. A R GE n v . Conch. T. 16.
(13) f. D , I. Regen f . Conch. 26. T. 6. F. 62. S e b. Kah.
III. T. 47. f. 10, I I , 1 6 , 17. K n o r r Verzam, I, D. Pl.
18. f. 6. II. D. Pl. I . f. I , 2. IlJ. D. Pl. 19. f. I.
I. De e l . XVI. Stuk.