Vï.
'ÜFDEEL,
L&1V.
HOOFDSTUK.
DCCCXIV,
Sabella
Penicillus,
Zee-Fen-
feel.
(814} Zandkoker, die de Schaal ïhieüi’g y
tegtopftaande en geworteld heefu
Een bondél van Pypjes, in Wyngeest over»
.gebragt van ’t Eiland Maltha, en door den
Heer C o l l in s o n , te Londen, aan den Heer
E l l i s medegedeeld, heeft aanleiding gegeven
tot de naauwkeurige befchouwing en be-
fchry ving van deeze Soort, onder den naam
van Maltheefch Buisagtig Korallyn.- Toen E l»
l i s deeze Pypen en Dieren uit den W yn geest
nam, wierdt hy een klein Slymig Zakje
gewaar, waar in de Wortels o f eerfte begin-
zels van verfeheide deezer Pypjes waren ingeplant.
„ De Pypjes z e lf worden (zegt hy)
„ allengs dikker naar dat zy in hoogte ryzen,
„ Haare buitenfte Rok beftaat uit Cirkelronde
„ Streepen van eene Afchkleurige Aardagtige
„ Stoffe, met verfchillende Schaduwen, digt
„ aan een gelymd , en de binnenfte Opper»
„ vlakte, vast vereenigd met de buitenfte,
„ is gemaakt van eene taaije, Hoornagtige
„ doorfchynende zelfftandigheid, met eene
4, zeer gladde Oppervlakte. De holligheid van
„ de Pypen is volmaakt rond, niettegenftaan-
5, de het Dier, dat dezelve bewoont, en van
t t ’t
(814) Sabella Tcsti membranaceS ereöd radicatl. Syst.Nat-
XII. Seipula Fenicillus. Syst. Nat. X, p. 788. N. 702. Rond,
Inf, 2. p. 7<5. Corallina Tubularia Melitenfis. E l l i s Co*
rail, Angl. 92. T. 34, Koker-Scolopendra. BASTER Uit-
fpann*1. 0« black, 88* T. 9- v
,, *t Geflagt der Duizendbeenen is , in Geftal- VI.
, , te iets o f wat naar eene uitgerekte en
« mengedrukte Bloedzuiger gelykt. Het blykt Hoofd.*
,, uit de indrukzels der Pooten, aan de bin-STlJK-
, , nenzyde, dat het zig ze lf vryelyk kan om-
, , draaijen en opheffen, o f ook terug wyken
„ naar believen, om zyne Prooy te beter te
, , kunnen aantasten en zig daar van meefter
,, maaken. Deeze Duizendbeen heeft twee
„ fraaije en aanzienlyke Armen o f Voelers,
9, den linker veel grooter dan de regter. Z y
,, zyn dubbeld gepluimd, gelyk door Vergroo-
1, ting blykt. Het getal der Pooten, weder?
,, zyds, gaat de anderhalf honderd te boven.”
Aan den Heer Doktor B a s t e r , te Zirik^
ze e , werden in February des Jaars 1759, uic
de. Noordzee, eenige dergelyke Pypjes toege»
bragt, die bruingraauw Vliezig waren, aan ’t
eene End van dikte als een Schryfpen , aan
’t andere als de Pink, en ongevaar een Voet
lang. Hier uit, toen zyn Ed. dezelvenin een
K om, met helder Zeewater, gelegd hadt,
kwamen wel haast eenige Haairtjes te voor»
fchyn, die, door den Koker by een gehouden,
z ig , met denzelven, volmaakt als eenPenfeel
vertoonden. Wanneer, eindelyk, de Kop van
\ Dier daar uit kwam, zag men duidelyk dat
het twee Armen waren, o f twee Tregterswy.
ze Kwasten , uit een menigte van Pluimpjes
famengefteld, die zeer fra ay , met een mengeling
van hoog o f ligter rood en graauw- o f
R r 2 blaauw