VI. pen. De aangehaalde van d'Ar g é n v i l l e
A f d e e l . jmmer5- voert den naam van la Rótie; en be»
Moora- hoort, zo wel als die van Letter H , la Brulêe
stuk . genaamd, tot de Brandarisfen. W y hebben
reeds opgemerkt, dat het getal van de ryën
der Takken niet genoegzaam i s , om dezel-
ven van de Krulhoorens te onderfcheiden.
Daar is zekere byzondere gedaante, meest be-
llaande in het Heil opftaan en de puntigheid
der Takken, die de Brandarisfen kenbaar maakt*
Men heeft ’er o ok, die dubbelde genoemd
worden. Die van d’A r g e n v i l l e , Letter
F , hadt zes ryën van Takken. Sommigen zyn
wit van Grond en bruin getakt; anderen ge-
heel zw a r t, en deeze zyn de gemeenften.
Sommigen hebben den Mond blaauw , anderen
Purperagtig. Voorts zyn z y , ten opzigt
van de Geftalte, niet gemakkelyk van de Krulhoorens
te onderfcheiden, tot welken de aangehaalde
Afbeeldingen van Se b a behooren.
Z y komen ook uit Oostindie.
Dxxvi. (526) Stekelhooren , die de Schaal veelvoü-
’jïVaceus dig Krulagtig gedoomd, de Gieren met
Granaat- Jlompe Puntjes gekroond heeft en dc
Appel* Staart kort.
De
( 5*6) MUTex Test! multifariam fubfrondofo-fpinofa , Spirac
Anfraftibus letufo-coronatis, Cauda abbreviata. Syst.Nat.XU.
G UAL TH. 'Test. T. 49. f. H. KNORR Verzam. IV. D»
ï l . 30. f. a : VI. O. l’l. 23. f. 3.
De aangehaalde van Gualthieri heeft Vi.
weinig dat naar de Krulhoorens gelykt. Hy AF° [yt;:
noemt het een groote Kinkhooren, en de Af- H oofd*.
bedding is zeer klein. Hy merkt aan, dats™K. '
het de Oppervlakte Netswyze oneffen heeft,
door uitpuilende Streepen, ën wit is van Kleur*
Ik heb een bruingeel Hoorentje van dien aart,
dat ronder is en liier fchynt t’huis te hooren.
Doch niet ongevoeglyk kunnen wy tot deeze
Soort betrekken , die voor weinige Jaaren aan
de Magellaanfche Eilanden opgevifchte Hoorens
, welke de Franfchen Buccins Feuilletées
getyteld hebben, by fommigen thans de Gra-
naat-Appel genaamd. Z y zyn rond van Ge-
Halte, met een donker paarfchen Mond, van
buiten groenagtig Afchgraauw, en hebben de
Oppervlakte Netswyze bezet met verheven
Plooijen, die meer o f min Bladeragtig zyn,
By geen Autheuren vindt men ze geboekt o f
afgebeeld.
III. Die Wrattig z yn, met dikke ronde
Naaden.
(527) Stekelhooren, die de Schaal rtiuw heeft dxxvil
Murtx Tiet Rana,
(s*7 ) idurex Test« Varicibus oppofitis compresfis f c a b r t / ^
Cingulis tnuricatis, Apertuta fub-edéntula ovata. M. L. V.
*29. N, 298. B o n a n n . Recr, IIT. f. 182. P e t i v , Gaz.
T. loo. f. 12. R u m p h . Rar. T. 24, f. G. G u a l t h .
Tesf. T. 49, f. L. A r g e n v . Concb, T . la . f9) f . P , R ,
S e b . Kab, III. T . 60. f. 13-20. RÉ GEN F. Concb, T, 6,
f.ö+. K n o r r Verzam.II.D.Pl, 13, f .6 , 7 : III, D .P l.7 f .s .
T a