V ] Afdeel.
n! L.
^ÏOÓFDSt
u k .'
CCCLXIX.
JSulla
Ovum,
Witte Por-
fcleinhou •
ten» ’
(369) Blaashporen, die de Schaal Eyrormig
Jlomp met twee Snuiten, en de Lip getand
heeft. ■
Deeze verfcbiUen 'van de andere Porfelein-
hoprens, daar in, dat zy de Opening krom en
alleen maar de buitenfte Lip getand hebben,
die aan beide Enden uitfteekt. Voor *0 overige
doet haare Gett'alte en Kleur, ja ook de
g r o o t t e , dezelven veel naar Eend-Eijeren ge-
lyken, én daarom noemt menze, in’t Franfch,
VOeuf , in navolging van R uMp h i d s , die,
haar Ovum geheten hadt, dat is een Ey. Y
geeven ’er den naam van Witte Porfeleinhooren
aan. Z y zyn , over ’t geheel, zuiver Sneeuwwit
eh glanzig , behalve dat de dikke Lip,
aan fommigen , : geelagtig of vuilwit is , en
van binnen is dé Schaal V iolet, doch het Dier,
i ö veel zig daar van uitwendig vertoont, Pek-
7w a r t g é l y k hetzelve ook in een zwarten
Inkt verfmëlt, * zegt R umphiuV Hy getuigt,
verder, dat deeze Eijeren in groote ag-
ting zyn by het 'wildé Bergvolk , op Ceram,
wordende als een Eerteken gedragen van der-
zelver ftrydbaarfte Mannen o f Voorvegters.
1....... - - - t Aan
(269) BuUa TestS ovati obtufe fubbiroftti, Labio dentato»
S o u t u t . XXL Gen. S » .M . L.U .JJ4 .N 215. BONANN.
Keer' IÏI T. »52- Óvum. R u M P H. Kar. T . 38. f. CL L I s T .
é ,n c ï IV. S. 9. c . 9. T. '# * . 4. GU a L t h : Test T. i 5.
£ A. 1’ Oeuf, A k GÊNV. Cpncb. T. a l. (18) f. A. P E T. Gaz.
T , 97, f, 7. Amb. T, 8, f. <5, KNORR Virzam. VI. D. PI. 33- *♦ *•]
‘i ,■ $.* 1 1 11 p m I 1
Aan de Stranden van dat Eiland vallen z y 00^ ^ -
meest, en van de genen, die komen te bree- L> *
ken, worden de Stukjes tot ingelegd WerkHoofd-
op de Schilden gebezigd. Van deeze, zow e lSTUK*
als van andere Porfeleinhoorens, gelyk gemeld
i s , vindt men ’er die Wyfjes genoemd worden
zynde dunner van Schaal, met de Lip
enkeld, fcherp en niet omgekruld. Linnjeus
merkt deeze Soort als een middelilag tusfehen
de Porfelein- en Blaashoorens aan, kunnende,
om dat de Spil o f binnenfte Lip ongetand is ,
niet tot het voorgaande Geflagt betrokken
worden,
(370) Blaashooren, die de Schaal twee-Snuf c c c l x x ,
tig , met de Snuiten lang , gefireept,
en f pits heeft. gsreeprs-
't Latynfche Woord Volva betekent een
Weevers - Spoel, en deezen naam geefE men, in
’ t Nederduitfch , aan de zeldzaame en kost-
baare Conchyliën, die deeze Soort uitmaaken.
Van dezelven hebben fommigen een dikke anderen
een dunne Lip, en deeze laatften fchynt
L innjeus alhier te bedoelen, hoewel hy ze,
meest daar door van de volgende onderfcheidt,
^ ’ dat.
(370) Bu.Ua Testa biroftri, Rostris elongatis ftriatis acutis»
lil. L. U, 584. N, 21(5. L I sT. Conch. IV. S. 9. C. 9 T.‘ i .
f. 1. Seb. Mus. III. T. 55. f. 13— 16. Navette de Tisferand»
ARGENV- Conch, T. at. (18) f. I. K n o IU J^erzai». V l.
I). Pl. 32. f* 1.
H 5
‘M
■