186 B E s c | a ï y i 1 ‘c: v a n
Pï*' „ Maar, ’£ geen ik met gropter zekerheid kap
’ LI. ' n irósfiftdlen»*s - dat hec Jongwerpende z y , er*
H oofd- f dat deszelfs Jongen, ter wereld komende,
fcxiiK. Schaalen draagen die reeds.de laagte van een
, , Duim hebben- Ik heb ’er maar vier of v y f
, , gevonden in ieder Dier, dat misfchien dezel-
, , ven, geduurënde de eerde Maanden, zoogt.
•„ ’t Geen my reden geeft om dit te denken , i s ,
„ dat ik ’er verfcheidene gezien heb, die haare
, , v y f jongen droegen in de Plooijen van haa-
, , ren Voet, fehoon dezelven reeds eeneSchaal
„ hadden van anderhalf Duim lang.
Gebruik. 9) Zie daar Jongen van eene verbaazende
,, grootte voor een Schulpdier , en men kan
3, begrypen, dat de Quden die dezelven
3, voortgebragt hebben , ook van eene aan»
3, merkelyke grootte moeten zyn. Dus ziet
9v men ’er> die tot zeven en agt Ponden Wee-
s, gen. Haar Vleefch, vooral dat van den
3> V o e t , is Lederagtig en zeer hard, doch
3, ftrekt niettemin tot een groote onderfteu •
3, ning voor de bewooners van de Kust, die
33 dezelven , als zy overvloedig zyn, rooken
„ o f in de Zon droogen , pm ’er , in tyden
„ van gebrek , gebruik van te maaken tot
3, hunne Spyze. Zy verkoopenze ook wel ,
■ „ met en beneyens hunnen gedroogden Vifch,
„ aaq
JJermaphrodites. pi- Sf. Een wondetbaare onftandvastigheid in
die Autheur, Zie ’ t voorgaande Stuk van deeze Natuurlykjt
Historie , bladz, <5, enz.
j ) E V O L O D T E N . ï8?
„ aan 5t Volk dat Land waards in woont, dje VI- _
3, ze als Stokvifch weeken en kooken in Wa-
{^ ter met Ryst o f Geerst, en daar van met Hoofd-
>, Smaak eeten.” Van de andere Soort, wier stuk« '
Schaal Cylindrifch o f Rolrond en Vleefchkleu-
rig is, het Dier witagtig, zegt A d a n s o n j
wordt, geen gebruik tot Spyze gemaakt; maar
<Je Negers bedienen zig van de Schaal tot het
putten o f fcheppen van Water.
L I L H O O F D S T U K .
Befchry ving van ’t Geflagt der' K inkhog »
- r e n s , [waar onder de Belhoorens, ICasket-
ten , Bezo ars 3 Harpen , Pennen betrokken
zyn; zo wel als de Hollandfche Wulken en der*
gelyken.
D ie Hoprens, welke in st Latyn Buccina ge- Naam.
noemd worden , in ’t Franfch B u c c in s?
noemt men iri ’t Nederduitfch K in k h o o -
iiENs. De Latynfche naain betekent een
Trompet o f Oorlogs - Bazuin; doch de Hoorens,
welke daar allermeest naar gelyken, zyn door
L i n n a ü s tot het Geflagt der Murices betrokken
, o f liever, hy heeft dezelven verdeeld in
de volgende Geflagten. Ook hebben de meefte
Autheuren haar met dezelven verward: P l i-
N lU f